Taakstraf voor caf?-eigenares

De 52-jarige verdachte uit Wijnaldum werd ervan beschuldigd dat zij een andere café-eigenaar en zijn partner zou hebben mishandeld tijdens de Visserijdagen. Daarnaast was er jegens de verdachte een vordering geëist voor vernieling en smartengeld. Het OM eiste voor deze feiten een taakstraf van zestig uur en een vordering aan de café-eigenaar en zijn partner voor de geleden schade. In het verweer liet de raadsman van de verdachte weten dat de klap in het gezicht aan de café-eigenaar niet overtuigend bewezen kon worden, omdat een soortgelijk geval als mishandeling al eens eerder bij Hoge Raad was afgewezen.

“Mijn cliënte ontkent daarnaast alle beschuldigingen en smartengeld is wegens onvoldoende bewijs ook niet gerechtvaardigd”, aldus de raadsman. De raadsman zei dat er rekening moest worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten en daarom zou hij de eis van de officier door drieën gesplitst willen zien (20 uur taakstraf).

Omdat inderdaad niet bewezen kon worden of het letsel van de café-eigenaar toe te rekenen viel aan de mishandeling, is de verdachte voor dit feit vrijgesproken. De andere twee feiten oordeelde de rechter wel wettelijk en overtuigend bewezen. De rechter legde een taakstraf op van 30 uur en een vergoeding aan de partner van de café-eigenaar voor de geleden schade. De café-eigenaar kan voor zijn geleden schade nog wel naar de civiele rechter stappen.