Maximale werkstraf voor pistoolschoten
De verdachte was naar de binnenstad van Harlingen gereden omdat een vriend in moeilijkheden zou verkeren. De vriend werd volgens de Oosterbierumer door een man of drie, vier mishandeld. Om escalatie te voorkomen schoot de verdachte met het meegenomen pistool in de lucht.
'Het waren waarschuwingsschoten', zei de man. Achteraf bekeken was het maar goed dat hij had geschoten, vond hij. 'Anders was het slecht afgelopen'. Hij had het magazijn bewust leeggeschoten, zodat er met het pistool geen ongelukken konden gebeuren.
Nadat hij had geschoten, raapte hij zijn vriend op van de straat en nam hem mee in de auto. De verdachte vermoedde dat iemand iets in het drinken van zijn vriend had gegooid. 'Hij wist helemaal niks meer'.
Officier van justitie Rein Meindertsma noemde het optreden van de Oosterbierumer 'onacceptabel'. 'Harlingen is niet het wilde westen van Friesland', aldus de officier. Door zo in het openbaar een pistool leeg te schieten had de man volgens Meindertsma een bedreigende situatie gecreëerd voor de omstanders.
Hij eiste een celstraf van vier maanden, plus twee maanden voorwaardelijk. De Oosterbierumer liep destijds nog in de proeftijd van een straf uit 2011. Meindertsma vond dat de man de 80 uur werkstraf ook moest doen. De rechter vonniste beduidend milder. Dölle legde geen gevangenisstraf op, wel de maximale werkstraf van 240 uur. De rechter hield er rekening mee dat de Oosterbierumer het wapen had gebruikt om een einde aan de vechtpartij te maken. Bovenop de werkstraf kreeg de man een voorwaardelijke celstraf van twee maanden.
Ook moet hij de voorwaardelijk opgelegde taakstraf van 80 uur alsnog uitvoeren. Dölle maakte er geen geheim van dat hij de handelwijze van de verdachte afkeurde: 'Van schietpartijen op straat is het nog maar een kleine stap naar schieten in een café of in een school. Die kant moeten we niet op'.
Uw reactie