Het stukje van de week: Geschiedenis

Donderdag 12 oktober. Geschiedenis.
Mijn zoon krijgt binnenkort zijn eerste toets voor geschiedenis. Vandaar dat ik een A4tje op tafel aantrof met daarop de waarschuwing gekrabbeld: ‘Vrijdag toets!’ Goh, eens kijken dan. Het eerste wat me opviel: PREHISTORIE. Daaronder uitleg: ‘De tijd waarin mensen nog niet opschreven wat ze meemaakten.’ Dat zet me meteen aan het denken. Ik denk: dat doen we nu toch ook niet, nou ja, behalve ik dan. Ik schrijf op wat ik niet meemaak terwijl iedereen die aan het werk is, geen tijd heeft om op te schrijven wat zij daar wél meemaken. Maar dan denk ik: dat is niet waar. Terwijl ik hier thuis tijd vrij maak om op te schrijven wat ik denk dat van belang is, zit half Nederland op de werkplek achter Facebook, Twitter en Instagram te vertellen dat ze zich te pletter vervelen en willen dat het weekend was. Maar laten we die woorden en hun betekenis eens omdraaien. Het kan best dat mijn zoon straks die toets moet doen en dat hij de vraag krijgt:
1. Hoe heet de tijd waarin mensen nog niet opschreven wat ze meemaakten?
Nou, zie ik hem denken. Papa en mama zeggen altijd dat er vroeger, toen ze jong waren, nog geen Facebook was. Hoe heet dat ook alweer, o ja! Antwoord: de jaren tachtig! Volgende vraag.
2. Hoe heet iemand die zoekt naar de resten van vroeger?
Oeh, ja daar hebben ze het ook veel over, pa en ma. Dan hebben ze het ook weer over vroeger. Over iets wat een coalitie heet. Maar dat is het vast niet, dat lijkt mij iets als de politie voor koala’s. Nee mama zei dat. Dat eindeloze formeren. Van die mensen die nooit wisten wat ze wilden en als ze het dan eindelijk wisten, deden ze uiteindelijk gewoon iets heel anders. Maar om te zorgen dat toch heel veel mensen naar ze luisterden en op ze gingen stemmen, kwamen ze altijd weer aanzetten met oude ideeën, met de resten van vroeger. Daar zoeken ze altijd naar, zegt papa dan, maar ze vinden het nooit meer. Hoe heten die lui ook alweer? O ja! Antwoord: politicus! Volgende vraag:
3. Hoe heten mensen zonder een vaste plek om te wonen?
Die is makkelijk. Dat is heel erg. Antwoord: vluchtelingen. Volgende vraag:
4. Hoe heet een stuk land met maar heel weinig planten.
Weer zo’n makkelijke. Antwoord: schoolplein. Volgende vraag:
5. Hoe heten mensen die leven van de planten die ze zelf zaaien en oogsten?
Hmmm. Die is moeilijker. Maar wacht eens, ik heb op het jeugdjournaal gezien dat sommige mensen allemaal leuke plantjes op zolder kweken. Dat gaat sinds kort heel anders. Dat zei papa laatst. Dan zetten ze geen plantjes op zolder, maar gewoon in een veld, buiten. En of ze die plantjes nou eten? Nee, ze maken er koffie van, want het gaat naar winkels waar ze koffie verkopen: koffieshops. En zo iemand die die plantjes zaait en oogst… eh. Ja! Antwoord: de overheid!

(correcte antwoorden: 1: prehistorie, 2: archeoloog, 3: Nomaden, 4: Toendra, 5: Boeren.)