Grasmonsters voor dioxine-onderzoek

Na de vondst van relatief veel dioxine in kippeneieren van hobbyboeren - en een steeds hardere roep om onderzoek naar de bron - vroegen de gemeente Harlingen en de provincie Fryslân het RIVM om een onderzoek.

‘Dioxine-eieren’ zijn mogelijk een veelvoorkomend landelijk verschijnsel, maar de afvaloven wordt als oorzaak niet uitgesloten. Het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar de luchtkwaliteit in Harlingen en omgeving moet meer duidelijkheid verschaffen.

Het RIVM is op dit moment bezig met het opstellen van een onderzoeksplan. Dit wordt op korte termijn aan de gemeenteraad en Provinciale Staten voorgelegd. De GGD is betrokken als adviseur van de gemeente en er moet nog een begeleidingscommissie worden ingesteld.

Medewerkers van het RIVM hebben de grasmonsters nu al genomen, omdat er nu nog gras staat dat de hele winterperiode is blootgesteld aan de lucht. Door analyse van dit gras kunnen onderzoekers vaststellen of er in de afgelopen vijf maanden sprake was van neerslag van dioxine. Is dit het geval, dan kunnen ze ook beoordelen in welke mate dit heeft plaatsgevonden (dioxine uit lucht hecht zich aan gras en blijft daar ongeacht de weersomstandigheden aan vastzitten).

Als de monstername wordt uitgesteld, dan is het wintergras door begrazing of maaien verdwenen. Nieuw gras wordt minder lang blootgesteld en geeft een minder goede indicatie.

De medewerkers van het RIVM hebben op vijf locaties monsters genomen. Deze worden in een vrieskist bewaard. Dan kan zonder dat dit van invloed is op de waarde van eventueel aangetroffen dioxines. In het nog vast te stellen onderzoeksplan wordt bepaald welke monsters uiteindelijk worden geanalyseerd.