Nieuws

Column REBELSE HUISVROUW - De Hond

Door Jeroen Pietersma

Het was een prachtige warme zomeravond en op het terras van strandpaviljoen ’t Zilt was het razend druk. Ergens in een hoekje zaten twee vrouwen en een man. “Ik heb een interessante theorie ontwikkeld”, sprak een van de vrouwen. De andere keek vragend op.
“Mijn theorie is deze: elke vrouw die wil weten hoe haar partner zich ontwikkelt na de komst van een baby moet eerst een hond nemen. Echt. Aan dat ‘liefdesbaby als bekroning op ons geluk’ heb je niets. EERST een hond. Als je ziet hoe je partner zich dan opstelt, dan weet je genoeg. Mij zijn werkelijk de ogen geopend. Neem ons nou: Karel zei steeds: ‘Laten we een hond nemen, laten we een hond nemen.’”

“Om eerlijk te zijn: aan die hond had ik niet veel zin. Maar Karel, je kent hem hè, hij bleef maar doordrammen. ‘Laten we een hond nemen’, zei hij telkens. Ik zei: “Karel, dat lijkt me geen goed idee. In de praktijk zie ik het ervan komen dat ik heel veel voor dat beest op zal draaien en daar heb ik geen zin in.”

Haar vriendin nipte van haar glaasje witte wijn en luisterde aandachtig. “Wat zei hij toen?” vroeg ze.

“‘Nee nee’, zei hij. ‘Echt niet. Ik zal hem zoveel mogelijk uitlaten en ik wil ook met die hond werken.’ Nou, dat ‘werken’ met de hond heb ik gezien. Het ‘werken’ bestaat eruit dat hij in de tuin werkt en de hond bij ’m in de buurt op ’t gras ligt.” Ze werd nog kwaad als ze daaraan dacht, dat zag je.

“Maar, en daar word ik nou zo pissig om: het komt allemaal op MIJ neer. Elke dag laat ik die hond uit. Hij gaat met z’n wielerclubje op pad, hij gaat met z’n vrienden een weekje skiën, hij heeft dag- en nachtdiensten en wie mag de hond uitlaten? Juist ja.”

“En toen ik me dat laatst realiseerde dacht ik: ik wil geen kinderen met jou. En toen dacht ik: ALLE vrouwen zouden eerst samen met hun partner een hond moeten hebben. Voor hetzelfde geld tref je de verkeerde kerel en dan zit je er voor altijd aan vast. Daar moet je toch niet aan denken?”

De vriendin schudde haar hoofd. Ze keek zorgelijk.

“Maar nu moet ik gaan. Karel doet een paar dagen met zijn collega’s aan ‘teambuilding’ en ik mag weer op Sultan passen. Kom Sultan. We gaan er vandoor. Sultan moet een poepje doen. En een plasje. Hè Sultan?”

Ze stond op en pakte de hondenriem. “Als we uit elkaar gaan zie ik het er nog van komen dat hij me die hond ook nog in de maag splitst. Ik wou geen hond. Wel een kind, maar ja, dat feest gaat nu niet door. Sultan, kom. Opstaan, we gaan.”

De blonde vrouw keek haar lang na, zoals ze daar wegliep. Toen keek ze naar de man naast haar die al die tijd stilzwijgend op het scherm van zijn mobieltje tuurde.
“Peter?” zei ze.
De man keek op.
“Ik ben een spelletje aan het spelen”, antwoordde hij. Hij klonk wat ongeduldig.
“Ik wil geen hond Peter”, zei ze zachtjes. “Ik wil absoluut geen hond. In elk geval niet met jou”, mompelde ze er onhoorbaar achteraan maar terwijl ze dat zei zag ze dat Peter zich weer naar zijn mobieltje wendde en wist ze opeens met grote zekerheid dat hij haar allang niet meer hoorde.
Lilian - Rebelse Huisvrouw

 

 

|Doorsturen

Buienradar



Agenda