Nieuws

Zo’n verhaal van Marten Blom: Cursus (2)

Cursus (2)

Ik heb de afgelopen weken een cursus ‘intuïtief en creatief schrijven’ mogen volgen. Het resultaat is een woest volgekrabbeld schrift vol onleesbare hiëroglyfen, want zo gaan handgeschreven zaken er nu eenmaal uitzien als je Parkinson hebt. Een vertaling:

Opdracht 1: schrijf in vijf minuten een verhaal waarin de volgende woorden voorkomen: koortslip; boerenkool; krantenknipsel; blauw. Resultaat:

De verkoper met de koortslip begaf zich riskant dicht bij de boerenkool die hij probeerde te verkopen. Een krantenknipsel over besmettelijke ziektes die op dat moment uit zijn borstzak op de uitgestalde groente viel, hielp ook niet echt. Het wonderlijke was dat de boerenkool na verloop van tijd helemaal blauw uitsloeg. Eén ding stond vast: die boerenkoolkraam meden we voortaan als de pest. De radijzenkraam vonden we daarna een stuk aantrekkelijker. En anders wel de aardbeienkraam. En niet te vergeten: de bloemkolenkraam, de bananenkraam en de notenkraam natuurlijk! Verrek... hoe lang duren vijf minuten nou eigenlijk? Of 750 woorden? Weet ik het? We gaan tot het gaatje… ja! Klaar is Kees! Of niet dan?

Opdracht 2: schrijf in tien minuten een verhaal waarin de volgende zinsnede voor komt: ‘Ik keek in het mooiste blauw ooit.’ Resultaat:

‘Er is op deze planeet bitter weinig te zien’, dacht ik. Terwijl ik moeizaam ademhaalde in het ruimtepak, bleef de helm maar beslaan aan de binnenkant. De zolen van het pak trokken me loodzwaar naar de grond. Het was niet duidelijk wat de samenstelling van de atmosfeer hier was en totdat we daar zekerheid over hadden, mocht ik het pak niet uit doen. De helm was nu volledig beslagen en ik moest ook nog een enorme scheet laten in het pak. Geïrriteerd schroefde ik de helm van mijn hoofd. Gesodemieter ook! Vlak voordat ik het bewustzijn verloor keek ik tussen mijn eigen walmen door in het mooiste blauw ooit. Toen kwam ik weer bij in het grijze interieur van het stinkende schip waar we al drie maanden in rond vlogen. De commandant boog zich over me heen: ‘Dat was niet zo slim, vriend!’ Ik keek hem strak aan terwijl ik nog één spectaculair krakende scheet in mijn pak liet. Uit pure balorigheid én als cadeautje voor hem.

Opdracht drie: schrijf een verhaal van vijf minuten over een rode hoed.

De rode hoed, midden in de massa, trok mijn aandacht. Hij stond op de grond en de vloeistof die er tot de rand in stond was rood. Ik durfde hem niet op te pakken. Het leek wel of niemand anders die lugubere hoed opmerkte tussen alle fietsers en voetgangers. Fietsers schoten rakelings langs me heen. Wat waren die elektrische dingen toch moeilijk in te schatten. Het onvermijdelijke gebeurde: de hoed werd door een fiets geraakt, buitelde door de lucht en landde op mijn hoofd. Iets roods liep over mijn gezicht. Ik rook eraan. Stak mijn tong uit en likte eraan. Het was tomatensoep. Lekker. Met balletjes.

Opdracht vier: een verhaal van vijf minuten waarin verwerkt: honderd wegen naar geluk.

Het pad was nauwelijks te volgen in de onoverzichtelijke begroeiing en de druilregen. Ik moest takken uit mijn pad duwen en mijn mouwen raakten en passant doorweekt. Het leek of het pad nu helemaal verdween, maar toen ik om me heen keek was het tegendeel waar. Er kwamen zoveel paden samen dat het was overgegaan in een plein van zand. Het viel me nu pas op dat ik op het hoogste punt van het eiland was gearriveerd. Overal om me heen leidden paden dieper en lager het bos in. Anders gezegd: alle paden leidden naar mij op de heuvel. De zon brak door en de warmte deed me naar adem snakken. Ik gooide de nu benauwende regenjas van me af en baadde even genietend met mijn ogen dicht van dit zonnebad. Toen ik ze weer opende, ging ik zitten en nam het eiland in me op. Ik rook het bos, hoorde de zee en voelde het zand. Ik zat op de plek waar honderd wegen naar geluk samen kwamen.

Opdracht vijf: drie minuten, er moet ‘wie is er bang voor rood, geel en blauw?’ in voor komen.

Wie is er bang voor rood, geel en blauw? ‘Nou, ik niet!’ riep de expressieve kunstenaar, terwijl hij zijn kwast uit een pot verf van een ondefinieerbare kleur rukte. Hij smeet zonder te kijken de reuzenkwast tegen het doek, totdat Dick Bruna achter hem zei: ‘Zeg, hou maar op, je hebt volgens mij geen idee wat de bedoeling is.’ De kunstenaar droop gedesillusioneerd af. Hier waren meer primaire skills voor nodig.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda