Nieuws

Zo’n stukje van Marten Blom

Corona

Het heeft geen zin om over iets anders te schrijven op dit moment: we staan op met het coronavirus en we gaan ermee naar bed. Het is opvallend hoe de toon van de berichtgeving en reacties daarop binnen een paar dagen is veranderd. De wat schampere humor van ‘het-zal-zo’n-vaart-niet-lopen’ is omgeslagen naar een nogal grimmiger sfeer. Dat is ook geen wonder als je van de ene dag op de andere hoort dat je binnenshuis moet blijven en alleen de deur uit mag, of moet, als je een vitale functie binnen de maatschappij vervult. Hier thuis betekent het dat ik niet in de bibliotheek zit te tekenen aan mijn strip, dat mijn vrouw thuis werkt en onze zoon, ook hier in huis, aan zijn huiswerk zit. Ik zag vanmorgen een uitleg van de overheid over de meest recente maatregels. Ik vond het wel verhelderend. Er werd gezegd dat de eerste stap om een pandemie te bestrijden bestaat uit het isoleren van het besmette gebied. Daar is het, overduidelijk, te laat voor. Het zit overal. Wat dan in werking treedt, is stap twee: vertragen. Dat iedereen drie weken thuis moet blijven, moet ervoor zorgen dat de besmetting in een lager tempo plaatsvindt. Als het virus zich in een trager tempo verspreidt, zijn er minder mensen tegelijk ziek en is de kans groter dat het medisch personeel het aantal patiënten kan bijbenen. Als voorbeeld van een land waar men het aantal patiënten niet meer aan kon, werd Italië genoemd. Daar werden in zo’n korte tijd zó veel mensen ziek, dat de behandelaars voor keuzes kwamen te staan die je normaal gesproken liever aan een hogere macht overlaat. Zo werd in een aantal gevallen besloten om patiënten boven de 80 jaar niet te behandelen en in plaats daarvan jongere patiënten te helpen, omdat die laatste groep meer kans op herstel had. Zo’n keus wil je niet maken. Gelukkig is dit Italië niet en is mijn moeder nog nét niet tachtig, maar het beeld is duidelijk, denk ik: als het niet te stoppen is, laten we het dan in elk geval proberen af te remmen zodat de artsen het aankunnen.

Natuurlijk gonst het internet op dit moment van het nepnieuws, ongevraagde en ongezouten meningen, samenzweringstheorieën en van dag tot dag observaties in de trant van: ‘buiten fluiten de vogels hun eerste lentelied, zoals elk jaar rond deze tijd. Maar verder is het stil.’ Ik lees dat Donald Trump pogingen onderneemt om een Duits bedrijf op te kopen dat een antivirus zou hebben ontwikkeld. Ik lees over leeggekochte schappen in de supermarkt en duizend en één grappen over massaal ingeslagen wc-papier. Ik vind het terecht dat de premier opmerkt dat het hamsteren niet nodig is, maar de wijze waarop sommige mensen die mening menen te moeten bevestigen vind ik dan weer niet nodig. Gelukkig zijn er ook veel oproepen te vinden waarin gepleit wordt voor saamhorigheid (wel op minstens anderhalve meter afstand van elkaar dan) en het volgen van de richtlijnen om de meer kwetsbare mensen in de samenleving, die al ziek en/of oud zijn te beschermen. Je weet wel, van die mensen die al de ziekte van Parkinson en een moeder van nog net niet tachtig hebben. Ik zal geen namen noemen J. Maar serieus, voor mij hoef je het niet te doen en het is lang geleden dat ik mijn moraalridderharnas aantrok, maar ik doe het nu toch echt: denk een beetje om elkaar. We kunnen het allemaal goed gebruiken in dit soort tijden.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda