Regeling voor zoutschade rammelt
HARLINGEN - De splinternieuwe regeling voor vergoeding van schade door zoutwinning is en blijft onvolkomen en onvoldragen. Dat concludeert de Stichting Bescherming Historisch Harlingen (SBHH) na een bezoek aan het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, afgelopen woensdag. “Met een beetje pech komt niemand in Harlingen voor enige vergoeding in aanmerking.”
Gefrustreerd is niet het goed woord, zegt adviseur Chris Elsinga van de SBHH. “Eerder verbaasd. Na de ellende in Groningen wil iedereen in Nederland schade door mijnbouwactiviteiten beter geregeld hebben. En laten we daar in Harlingen nou de ideale situatie voor hebben. Er is zoutwinning vergund, maar die is nog niet begonnen. Geografisch en in tijd is het overzichtelijk. Alle betrokken partijen, inclusief de zoutwinner, willen het netjes regelen. Toch rammelt het instrument dat daarvoor nu wordt gemaakt. Wonderlijk. Bij schade moet je gewoon gecompenseerd worden. Hoe dat achter de schermen wordt geregeld mag geen zorg zijn voor jou als huiseigenaar. Maar het is nu omgekeerd: omdat we het achter de schermen niet kunnen regelen, val jij met je schade buiten de boot.”
Nieuw veiligheidsdenken
De stichting heeft wel ideeën hoe het beter kan. “Wij noemen dat het ‘nieuwe veiligheidsdenken’. In het geval van zoutwinning zou dat een integrale schade-afhandeling betekenen”, zegt Chris Elsinga. “Een ander onderdeel is het compenseren van de omgeving waarin jij als mijnbouwonderneming actief bent. Je ziet dat dat nu in Ternaard al vorm heeft gekregen. De NAM verdient aan het gas dat ze daar winnen, en laat de streek daar miljoenen per jaar in meedelen. Het ministerie van EZK vindt dat een goede ontwikkeling, omdat het bijdraagt aan het maatschappelijk draagvlak voor delfstofwinning. De SBHH deelt die mening. Dat je als stad of streek iets terugkrijgt is niet meer dan redelijk. Maar het begint met het ontzorgen van de individuele burger. Daarover gaan we nu het gesprek aan met de landelijke Commissie Mijnbouwschade, want wij leggen ons niet neer bij de regeling zoals die nu is.”
