Leerlingen Sint Michaëlschool bereiden zich voor op regiofinale First Lego League
Achttien leerlingen uit groep 7 en 8 van ikc Sint Michaëlschool doen in twee teams mee aan de regiofinale van de First Lego League. Deze wedstrijd wordt op zaterdag 8 december op NHL Stenden te Leeuwarden gehouden. Vorige week vrijdag hadden zij op school hun generale repetitie.
Roosmarijn Andringa
“Het doel van de First Lego League is onderzoekend leren en innovatie”, zegt meester Peter Pasma, Wetenschap en Techniek coördinator van de Sint Michaëlschool. “Het is de bedoeling dat in 2020 Techniek op het lesrooster staat. Onze school kiest ervoor om daar nu al mee bezig te gaan. Op deze manier hopen we de jeugd te enthousiasmeren voor programmeren en constructie. Wetenschap en techniek is de toekomst.”
IKC Sint Michaëlschool heeft dit jaar twee enthousiaste teams samengesteld voor de First Lego League. Waarom hebben zij zich hiervoor opgegeven? “Omdat je er een uurtje onder schooltijd aan mag werken”, zeggen Fenna Siere en Sanne Kooistra van Team A lachend. Daarna vervolgt Fenna serieus: “Je moet er na schooltijd ook nog wel aan werken, anders red je het niet. We hebben een heel gezellig team en het robotbouwen is heel leuk.”
Het ontwerpen en programmeren van een robot is één van de onderdelen van de wedstrijd. “De kinderen hebben zelf een robot ontworpen en gebouwd van Lego”, vertelt Pasma. “Deze moeten ze zo programmeren dat de robot twaalf missies kan uitvoeren in tweeëneenhalve minuut.” Het andere onderdeel is het project Ruimte. Hiervoor moeten de kinderen wetenschappelijk onderzoek doen en dat vervolgens op een podium presenteren.
Team A (Adembenemend) heeft gekozen voor het probleem of je kunt leven op Venus. “Wij denken dat het grootste probleem is of je er kunt ademen”, legt Fenna uit. “Je kunt natuurlijk zuurstofflessen meenemen, maar die zijn na een tijdje leeg. Dus moet je zuurstof gaan maken, maar planten kunnen niet overleven in de ruimte. Maar toen...” - ze pauzeert dramatisch - “…toen vond ik op het internet een bacterie, die ook zuurstof kan aanmaken en wél kan overleven in de ruimte. Onze oplossing voor het probleem is dus dat je die meeneemt om je nieuwe voorraden zuurstof te geven en dan zou je kunnen leven op Venus.” Ze presenteren hun onderzoek met een ruimtehelm op, die ze zelf hebben gemaakt van papier-maché. Pasma kijkt trots als team Adembenemend het project presenteert. “Dit klinkt heel veelbelovend.”
Team B (Antiruimteafval) stuurt tijdens hun presentatie een zelfgemaakte raket de ruimte in. “Wij willen het probleem van ruimteafval aanpakken”, vertelt Wietse Borst als woordvoerder van zijn team. “We laten de raket een net uitgooien en het afval opvissen. Als de raket vol is, halen we hem terug naar de Aarde, waar NASA het afval kan hergebruiken.”
Pasma voorziet beide teams van opbouwende kritiek: “Mijn complimenten voor de aankleding. Het ziet er heel mooi uit in jullie zelfgemaakte kostuums. Jullie mogen het nog wel wat zelfverzekerder brengen en het is nog wat kort. Misschien is het een idee om een wetenschapper om zijn mening te vragen over jullie onderwerp om het nog beter te onderbouwen.”
De organisatie van de First Lego League (FLL) benadrukt op de website dat: “het bij de FLL niet gaat om het winnen en het behalen van zoveel mogelijk prijzen, maar wel om de leerprestatie die de kinderen in de weken voorafgaand aan de regiofinale neerzetten en dat zij lol beleven aan en enthousiast worden over techniek en wetenschap.”
“We hebben in het verleden al eens een prijs gewonnen voor het onderdeel Innovatie”, zegt Pasma knikkend naar de prijzenkast in de hal van de school. “Daar zijn we heel erg trots op en het motiveert de deelnemende teams, maar het is niet het doel. Ik hoop vooral dat de leerlingen heel erg veel plezier hebben.”
