Nieuws

HET STUKJE VAN DE WEEK door Marten Blom

Nieuws vanuit de poolbasis (3)

De verslagen die ik vanuit de poolbasis stuur, roepen gemengde gevoelens op. ‘Deze keer gaat het boven mijn pet’, verklaarde een lezer. ‘Ik snap het niet’, schreef dezelfde lezer bij het volgende stukje van de week, ‘sneeuwsnuivers en vliegtuigaso’s’ . Waarop een lezeres reageerde met: ‘Ik snap niet wat hier niet duidelijk is. Kristalhelder stukje.’ Weer iemand anders raakte helemaal in de ban van mijn fictieve sneeuwavontuur. ‘Ik heb zo’n tocht met huskyhonden écht gedaan’, zei ze enthousiast. ‘Jij ook?’ ‘Eh, nee’, antwoordde ik. ‘Maar het lijkt me wel bijzonder om zoiets in het echt te ervaren.’ ‘Nou, reken maar!’ zei ze en het volgende moment stuurde ze me een foto van een geïmproviseerde PoolPlee: een wc-bril in de sneeuw. Iemand wist nog te melden dat ik een ‘mafkikker’ ben en een collega-Parkinsonpatiënt adviseerde me om mijn pillen nog eens na te laten kijken. Ik heb dus nog maar eens twee keer op mijn achterhoofd gekrabd, waarna ik gewoon weer verder ging met Poolbasis deel 3.

Het lijkt me duidelijk: de poolbasis staat wijd open. De enorme pakken sneeuw die de barakken aan het zicht van het reddingsteam onttrokken, stromen in de vorm van klaterend smeltwater over de snel opwarmende grond, waaruit een ware explosie van ontluikend groen springt. Brutus, de enige overlevende husky, is door een dierenarts (jawel, die van koe Hettie) neergelegd met een verdovingspijl. Met het voorjaar neemt het leven hier in Antarctica weer een aanvang. Ik hervat mijn ochtendwandelingen naar het nu ontdooide strand weer, waarbij ik steeds regelmatiger wordt begeleid door eskimo’s die hun pinguïns uitlaten. Pinguïns ja, geen ijsberen. Onlangs wees mijn zoon me op dit simpele gegeven: pinguïns en ijsberen ontmoeten elkaar in de regel helemaal nooit, omdat ijsberen op de Noordpool leven en pinguïns op de Zuidpool. Terwijl ik met mijn Eskimobuurman sta te praten, scharrelt één van zijn pinguïns om me heen en pist tot mijn verbijstering over mijn schoen en broekspijp. De poolbasis mag dan een product van mijn verbeelding zijn; ik kan je verzekeren dat het gegeven van een over mijn schoen pissend huisdier allesbehalve fictief is. Ook het vervolg hierop heeft een hoog realiteitsgehalte: alvorens naar huis te gaan om een schone broek, schoen en sok aan te kunnen trekken, besluit ik om tóch maar naar de lokale Poolbakker te gaan om brood te halen. Het ziet er niet druk uit bij de Antarctische Bakker en het lukt vast wel om met het brood weg te kunnen komen voordat iemand die piguïnpis ruikt. Als ik naar binnen glip, staat er één klant. Mooi. Ik haal al adem om mijn bestelling te kunnen uitspreken, maar de klant voor mij blijkt een lijst bij zich te hebben zo lang als ons volkslied. En ondertussen komt er een andere klant binnen. En nog één. En nog een heleboel. “Mogge”, brom ik mee bij iedere nieuwe binnenkomer. De temperatuur in de Poolbakkerij is al hoog, maar stijgt met elke nieuw arriverende klant. En met de temperatuur begint alles sterker te ruiken. Het verse brood, natuurlijk. Maar ook iemands aftershave. En van weer iemand anders zijn zweetvoeten. Ik, die in de regel een waardeloos reukvermogen heb, meen nu boven alles uit de pinguïnurine op mijn schoen te ruiken en ik voel me dubbel aangesproken op het moment dat de dame achter de balie vraagt: “Wie is er aan de beurt?” Alles verloopt, om maar eens een woord te gebruiken, vlekkeloos. Ik ga met mijn brood terug naar de basis, slinger mijn schoenen naar buiten, stop sok en broek in de wasmachine en was vervolgens mijn linkervoet en –kuit. Ben heel benieuwd of iemand het geroken heeft of niet.   

|Doorsturen

Buienradar



Agenda