Nieuws

He’s got the whole world

Het begon op een kruispunt met stoplichten. Alle lichten gingen een milliseconde uit en toen weer aan. Het viel niemand op, er was ook geen kip op de weg. Toen gingen alle stoplichten op rood. Er kwam een auto uit het noorden aanrijden, een oude pick-up met roestplekken op de zijkant. Een tanige, gebruinde arm kwam uit het raam van de bestuurder, samen met een golf countrymuziek. De hand aan het eind van die arm tikte zacht mee op het ritme van de banjo-solo die nu te horen was. Op het moment dat het licht op groen sprong, klonk de stem van Clothe B. Hommel, die meezong, vanuit de cabine. ‘Every man is evil, yeah, every man’s a liar…’ Clothe’s vermogen om het lokale accent te imiteren was groter dan zijn talent om de melodie vast te houden. Maar gelukkig verdiende Clothe de kost niet als muzikant. Hij werd betaald om op te letten. Als hij dat nu ook deed, zou hij in zijn achteruitkijkspiegel kunnen zien hoe een grote BP-tankwagen in volle vaart geschept werd door een Budweiser-truck met aanhanger. Maar Clothe lette vandaag niet op. Terwijl zijn roestige pick-up even loskwam van het asfalt door de hete schokgolf achter hem, ging Clothe helemaal op in de eerste noten van het volgende nummer van 16 Horsepower: ‘I am a poor wayfaring stranger, travelling through a world of woes…’ 

Plotseling zag hij iets laags dwars over de weg schieten. Hij gaf een ruk aan zijn stuur en wist het daarmee te ontwijken, met als gevolg dat hij een paar woeste slingers moest maken voor hij het stuur weer onder controle had. Hij wist wel beter dan zomaar op de rem te trappen. Je wist maar nooit wie er achter je zat. Clothe draaide de radio uit en wierp een grondige blik in de achteruitkijkspiegel. Een automatische grasmaaier, zo’n ding die rijke lui 24/7 lieten rondsnorren op hun grasveld, stak dwars de weg over, achtervolgd door een kerel in golf-outfit. Clothe’s telefoon klonk luid door de auto en tegelijkertijd hoorde hij een vreemd, snorrend geluid vlakbij. Hij ramde op de knop met de groene hoorn en blafte: ‘Clothe hier!’

‘Clothe?’ klonk het aan de andere kant van de lijn. Het was Mr. E, Ed voor zijn vrienden, die hij overigens niet had, op Clothe na, dan. Ed’s afdeling was zodanig geheim, dat zelfs Clothe er vrijwel niets van wist. En Ed nog minder. Ze gingen er, afzonderlijk van elkaar, vanuit dat de ander volledig ingewijd was in de geheimen van de organisatie, zonder het daar ooit over te hebben, natuurlijk. Alles op een ‘need to know basis’, wat dat dan ook mocht betekenen. Het klonk goed in CSI. In elk geval zei Mr. E. tegen zijn enige vriend en medewerker: ‘Clothe? De poep heeft de ventilator serieus geraakt in Europa, ik stront je niet!’ (Ja, het klinkt beter in het Engels, maar we moeten hier bij de krant ook een beetje rekening houden met de doelgroep.) 

‘Wat de hel?’ riep Clothe, die net uit zijn portierraam hing, ‘Hang aan daar, Ed…’ Een pistoolschot klonk luid. ‘Ik werd hier net door een drone aangevallen! En… hee! Dat stoplicht werkt niet!’ 

Ed hoorde een tijdlang alleen gierende remmen en harde, metalige klappen. ‘Clothe?’ zei hij aarzelend.

‘Ja, ik ben al recht, Ed, ik ben OK, maar het is hier een chaos, man!’

‘Net waarover ik je wou spreken, Clothe!’ zei Ed, ‘Alle verloven worden ingetrokken, er is een dreiging op internationale schaal. Dit gaat niet langer om het lot van de wereld, nu is zelfs Europa erbij betrokken!’

‘Bedoel je niet: ’het lot van Amerika’, Ed?’ zei Clothe.

‘Dat zég ik toch?’, zei Ed. ‘Elke weg: jij gaat met het eerste het beste vliegtuig Europa in, om het probleem in te dammen.’

‘Maar waar gáát het hier om, Ed? Kan je een tip van de sluier oplichten?’ zei Clothe, terwijl hij een kolossale sporttas met machinegeweren en granaatwerpers uit de laadbak van de pick-up hees en met grote schreden naar het eerste het beste landbouwvliegtuig stampte. Toen hij ‘Nationale Veiligheid!’ blafte en zijn bibliotheekpas in het gezicht duwde van de insecticiden strooiende piloot, sprong deze prompt in de houding.

‘Yes sir!’ brulde de piloot. ‘Kunt u vliegen, sir?’

‘Dat leer ik onderweg wel,’ zei Clothe, terwijl hij het onderhoudsboekje uit het dashboard van het vliegtuig rukte. Terwijl de piloot naar hem salueerde, hing Clothe al gauw op zijn kop boven de maïsvelden. ‘Spreek tegen me, Ed!’ blafte Clothe in de radio. ‘Waar ben ik op, tegen aan?’

‘Hè?’ zei Ed, ‘Wel, luister: het begon allemaal vanmorgen op het ISS-ruimtestation. Midden in een belangrijke briefing van het hoogste veiligheidsniveau werd de communicatie verbroken om plaats te maken voor een herhalingsspecial van Bert en Ernie. Wat ze ook proberen, ze krijgen die gasten niet van het beeldscherm. Ze zijn daar inmiddels bijna brainwashed. Het enige wat we vanmiddag van ze hoorden, was: ‘Houston, ik heb een banaan in mijn oor!’ Arme drommels. Maar dat is nog niet alles. Vanmiddag kregen we de dagelijkse beelden van Mars binnen. De Marsrover heeft een hele rare tocht gemaakt. Pas toen het voertuig stopte, begrepen we dat het met zijn rupsbanden een boodschap had geschreven. Er stond, in het Nederlands: ‘Pokkeding’.’ Dus je begrijpt waar je heen moet, Clothe: Nederland.’

‘Ongelooflijk Ed, de hele wereld staat op zijn kop!’ zei Clothe.

‘Nee, Clothe,’ zei Ed, ‘dat is alleen maar je vliegstijl.’ 

‘O ja,’ zei Clothe, en hij vloog de rest van de vlucht toch maar met de wielen naar beneden.

 

Ondertussen stonden de vrienden Brandon en Wesley gebogen over Wesleys nieuwe universele afstandsbediening. Wesley zei: ‘Ik zweer het je, man: die Chinezen hebben me weer opgelicht! Universele afstandsbediening, me reet! Dat betekent toch dat je er elk apparaat mee kan bedienen? Nou, er gebeurd écht helemaal niks! Pokkeding!’ 

Waarop Brandon zei: ‘Kom op, man! We proberen het nog effe! Heb je de range wel goed staan?’

‘De wátte?’ zei Wesley.

‘De range, man! Geen wonder dat ie het niet doet, je hebt hem op veel te ver weg staan. Zó!’ zei Brandon en hij schoof een knopje heel ver naar beneden. Hij richtte hem op de TV. Die floepte meteen aan.

‘Cool!’ zei Wesley, en hij gaf Brandon een high five. ‘Hé, kijk je mee naar die special van Bert en Ernie? Niet dat we koters zijn ofzo, maar ik lach me gewoon een pukkel om die gasten!’ 

‘Ja, lachen!’ zei Brandon. ‘Ik pak de chips!’ 

 

Ondertussen vouwde Clothe de parachute waarmee hij in het Oosterpark was geland zorgvuldig op. Hij keek verbeten terwijl hij in de radio sprak. ‘Ed? Ja, elk signaal wat er net nog was, is verdwenen. Spoorloos! Die schoften zijn ontkomen!’ 

Ed zei: ‘Ja, kom maar terug, Clothe. Dan gaan we limonade drinken en marshmallows eten. We kunnen nu eenmaal niet altijd winnen.’

Einde. 

|Doorsturen

Buienradar



Agenda