Nieuws

Over ’t Wad, door Henk Tameling

De zwaardschede, waddenfeuilleton

Aflevering 27 Stoomduivel

De rust in Robs hoofd was voorbij. Het telefoongesprek met Wim beukte er in als een noordwesterstorm op de kwetsbare duinen. De wind wakkerde aan met een snelheid van 100 km per uur, het water steeg naar vier meter boven NAP, de dijken stonden op springen.

Het liefst trok hij zich op kilometers afstand van de bewoonde wereld terug in een reddingshuisje op hoge palen om alleen te zijn met zijn gedachten en gevoelens. Zijn hele leven lang was zijn overlevingsstrategie in turbulente tijden eenvoudig en erg simpel: terugtrekken, het isolement opzoeken, onderduiken en weggaan. Reddingsboten, reddingsboeien, reddingsbrigades, ze waren aan hem niet besteed. Hij vond dat hij zijn eigen problemen moest oplossen. Dat betekende dat zijn reddingsvest een afweermechanisme was om hulpverleners, adviseurs, therapeuten en meelevende mensen niet toe te laten in zijn gevoelswereld. Hij duldde niemand in zijn territorium.

Windhoos, windstoot, storm, stoomduivel, depressie, wervelwind, de woorden van Wim tolden rond in zijn hoofd als een tornado: ‘…de rietgors… buitenechtelijke kindertjes… gaat massaal vreemd.’ De stormwind ontpopte zich als een trechtervormige slurf, een zwarte, dreigende verticale kolom en tilde hem met grote kracht op en kwakte hem even verder keihard op de grond. Gelukkig wel levend in tegenstelling tot de kampeerders die jaren geleden het leven lieten bij een windhoos op een ander eiland.

Hij had de behoefte om Wim weer te bellen om door te vragen over zijn eerdere opmerkingen. Tegelijk wist hij dat het geen zin zou hebben. De boodschap was zo helder als de strakblauwe lucht boven het eiland, de vergelijking met het bijzonder unieke vogeltje ergens in het riet fladderend in de kwelders liet aan duidelijkheid niets te wensen over.

Had zijn vader de storm die hij nu van top tot teen voelde in zijn lijf, ook zo ervaren? Had zijn ouwe heer stormvloeden veroorzaakt? Hoe groot was de ramp? Waren er overlevenden? Had hij voor nazorg gezorgd? Als kind was Rob altijd bang geweest voor de onverwachte en woeste uitbarstingen van zijn vader. Het liefste kroop hij onder de dekens of groef hij zich als een wadpier onder de grond in.

Hij pakte een overbodig geworden hardlooptrainingsjasje, deed de deur op slot en de sleutel onder de afvalcontainer en nam het onverharde pad door de duinen. Bewegen, de wind voelen, de zee horen, voor je gevoel de zilte lucht smaken. Wat rook je eigenlijk op het eiland? In het bos en bij de Waddenzee kon hij nog wel wat bedenken, maar bij de Noordzee kreeg Rob niet direct veel inspiratie. Hij was jaloers op mensen die zo goed onder woorden konden brengen hoe bijvoorbeeld een Rioja Grand Reserva uit 2009 smaakte naar bosbessen, vanille, frambozen, paddenstoelen en viooltjes. Rob was uit een ander hout gesneden.

Het onverharde pad ging over in een duinpad. Zijn tred werd trager, de luie spieren gekieteld. Stap voor stap liep hij door miljoenen kubieke meter zandkorrels met op de flanken duizenden stuks helmgras. Vlak bij de zoute zee voedt het zich met hele lange wortels met zoet water ver onder de oppervlakte. In de winter werden de afgekalfde duinen weer door mensenhanden versterkt met nieuwe plantjes.

Wat is natuur nog in dit land? Veel was het resultaat van eeuwenlang monniken- en gewoon mensenwerk geweest. Dijken, duinen, wierden, terpen, polders, bossen, sluizen, wat hadden we niet aangelegd om te overleven? Altijd zijn we bezig om natuurrampen, menselijk falen en eigen onvolkomenheden te overleven. Ieder zocht zijn eigen drenkelingenhuisje. Rob had vandaag weer het idee gekregen dat hij levenslang had om die zoektocht af te leggen. Overal had hij schuilplaatsen nodig: op bergen, in bossen, langs rivieren, op stranden, langs vloedlijnen van de zee. Als je toch moest schuilen, was uiteindelijk dit eiland Nova Zembla voor hem met zijn eigen behouden huis.

Eerdere afleveringen op https://beleefdewadden.live

|Doorsturen

Buienradar



Agenda