Nieuws

Provincie en Omrin corrigeren elkaar en zichzelf

Door Jeroen Pietersma
HARLINGEN - Omrin heeft langer dan vier dagen afval in de bunker van de afvaloven opgeslagen, en heeft daarmee de regels van de milieuvergunning overtreden. Gedeputeerde Sietske Poepjes zei afgelopen woensdag dat de provincie daarom gaat handhaven, mogelijk met een last onder dwangsom (een boete bij herhaling). Dat is opmerkelijk, aangezien de controle-afdeling van de provincie eerder meldde dat er geen tijdslimiet in de voorschriften is opgenomen. Daarover verderop. Eerst een merkwaardig verhaal over de verbrandingstemperatuur. Omrin: ?Een beetje lullig maar het is niet anders.?

Stichting Afvaloven Nee vroeg de provincie begin deze maand op te treden tegen Omrin. Vanwege het afval in de bunker, maar ook en vooral vanwege een te lage verbrandingstemperatuur. Tijdens een bezoek van deze krant aan de afvaloven, toen er ook controleurs van de FUMO aanwezig waren, bleek dat de temperatuur in de oven gezakt was tot onder 800 graden. Zakt de temperatuur onder 850 graden, dan kunnen er dioxines ontstaan. Gedeputeerde Poepjes vertelde woensdag in de statenvergadering dat de temperatuur niet onder de 850 graden is geweest op het punt waar de verbranding plaatsvindt. “Het getal dat uitgelezen is door de journalist en de controleur is gemeten op een punt in de installatie waar de afkoeling van de rook al plaatsvindt, het is daar automatisch ook koeler”, aldus Poepjes.

Aanleiding voor het bezoek van de HC aan de afvaloven was een artikel over de verbrandingstemperatuur. De redactie vroeg de provincie om mee te kijken over de schouder van de FUMO-controleurs. Tijdens het bezoek, waarbij drie medewerkers van de FUMO aanwezig waren, hebben zij in het bijzijn van de HC geen temperatuurgegevens gecontroleerd. Zij stonden op enige afstand toen Seerp Bosch, manager reststoffen-energiecentrale, temperatuurgegevens op een beeldscherm toonde. Dat ging om drie soorten meetpunten: een indicatie van de temperatuur in de vuurhaard, een meetpunt op veertien meter hoogte en twee centrale meetpunten voor de verbrandingstemperatuur (die wat zegt over de ‘dioxine-grens’).

De verslaggever van de HC vroeg Bosch de ‘verbrandingstemperatuur van de afgelopen maand’ te tonen. Hij toonde vervolgens een grafiek met een redelijk rechte lijn die een temperatuur van ongeveer duizend graden aangaf, en een aantal pieken naar beneden. Eén van die pieken, van 12 februari, kwam onder de 800 graden. Het opklimmen van de temperatuur tot boven de duizend graden nam ongeveer acht uur in beslag. “Waarschijnlijk iets met het afval”, reageerde Bosch. “Nat afval”, bevestigde een collega in de controlekamer. “De temperatuur kan best eens zakken als alle apparatuur achter de oven functioneert”, zei Bosch.

“Op het punt waar de verbranding plaatsvindt, dus waar afval verbrand wordt, waar dus potentieel dioxine vrij kan komen - wat niet gebeurd is - is het niet onder de 850 graden geweest”, aldus gedeputeerde Sietske Poepjes. “Ik heb de temperatuur helemaal bovenin laten zien”, zei Seerp Bosch gisteren. “Daar is altijd de laagste temperatuur. De provincie heeft daar ook al naar gevraagd. Achteraf een beetje ongelukkig; ik had beter de andere meting kunnen laten zien. Ik heb de verkeerde gepakt. Een beetje lullig maar het is niet anders.” Volgens Bosch ontstaan dioxines niet op het punt waar de verbranding plaatsvindt, zoals gedeputeerde Poepjes meldde. “Juist verderop, het traject daarna, iets verderop in de ketel”, aldus Bosch. Kennelijk was februari een hete maand in de afvaloven. De temperatuur van de betreffende grafiek zat, afgezien van de neerwaartse pieken, verder op ongeveer duizend graden. Op de dag van het bezoek gaf het ‘koelere’ meetpunt ongeveer 940 graden aan.

Dan de illegale opslag van afval in de bunker. Volgens Poepjes is de provincie ‘in control’ en hebben controleurs van de provincie tijdens een controlebezoek gezien dat het afval te lang lag opgeslagen, en heeft stichting Afvaloven Nee daar nogmaals op gewezen in een handhavingsverzoek. Poepjes meldde woensdag dat afval volgens een bijlage van de milieuvergunning niet langer dan vier dagen in de bunker van de afvaloven mag liggen.

Dat staat haaks op wat de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO) eerder antwoordde op vragen van deze krant: “In de vergunning zijn geen voorschriften opgenomen met betrekking tot de termijn van opslag van het afval in de bunker. Zolang er geen gevaar is voor brandgevaar door broei, mag Omrin afval aanvoeren en opslaan in de bunker.” Een woordvoerder van Omrin vertelde destijds dat de opslag van afvaloven met de provincie was besproken. “Zolang we aan preventie en controle doen, en zolang er geen broei ontstaat, mag het er langer dan vier dagen liggen. We moeten het dagelijks monitoren en dat wordt vanuit de provincie gecontroleerd.”

Poepjes afgelopen woensdag: “Het college moet er nog over beslissen, maar er wordt uiteindelijk gehandhaafd.”

|Doorsturen

Buienradar



Agenda