Nieuws

Dagboek van de Rebelse Huisvrouw

Door Jeroen Pietersma
De Rebelse Huisvrouw schrijft regelmatig een column in de Harlinger Courant. Daarnaast gunt ze de lezer zo nu en dan een blik in haar dagboek.

Vrijdag 23-10
Met vriendin M. naar stadje. Man van M. was thuis en paste op de kindjes. ‘Ik voel me weer 18’, glunderde M. ‘Nu nog op mijn oude gewicht zien te komen en alles is okay.’ Ze wierp een sombere blik op de etalageruit. ‘Bij Sammetje was ik nauwelijks aangekomen maar dit keer… pffff.’
Ging na het winkelen even met M. mee naar huis. Man van M. was aan de telefoon.‘Het is duidelijk’, hoorde ik hem zeggen. ‘De EU is aan het instorten. De ondergang van het Westerse rijk is begonnen.’
M. schudde veelzeggend haar hoofd. ‘Hij is ervan overtuigd dat het hier helemaal misgaat’, fluisterde ze terwijl ze de kledingtassen vlug opborg.

Zaterdag 24-10
Had eigenlijk feest willen geven voor dochters 18de verjaardag maar ze heeft geen tijd.
‘Ik heb het echt druk met de studie’, vertelde ze. ‘Een andere keer komt me beter uit.’
Vreemd. Er is volgens mij altijd tijd om te feesten.

Met man naar stadje en op Noorderhaven wat gedronken. Grote pan erwtensoep gemaakt.

Zondag 25-10
Kon een uur extra slapen vandaag. Dat was het voordeel. Het nadeel is dat het vandaag een uur eerder donker wordt. Vreselijk. Wat is het nut van de zomer- en wintertijden? Zou er werkelijk meer energie bespaard worden omdat we zogenaamd langer gebruik maken van zonlicht? En als dat werkelijk zo is dan zouden we nu de klok toch juist een uur vooruit moeten zetten in plaats van terug? Dan besparen we nóg meer.
‘En ’s ochtends dan?’ zei dochter toen ik dit opperde. ‘Dan is het toch veel langer donker?’ Kind keek me hoofdschuddend aan. ‘Die ideeën van jou altijd… pffff’. Voelde me opeens 100 jaar.

Maandag 26-10
Naar huisarts. Heb plekje op arm, grootte muggenbult. Ding gaat maar niet weg, zit er al vijf weken. ‘Ga je serieus voor DAT ding naar de huisarts?’ zei vriendin M. verbijsterd toen ze muggenbult bekeek.
‘Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn’, filosofeerde ik. M. keek me hoofdschuddend aan. ‘Soms vraag ik me af…’ begon ze peinzend. Weet niet wat ze verder wou zeggen, Katinka begon te huilen. Wil het eigenlijk ook niet weten.

Dinsdag 27-10
Oom H. snapt de wereld niet meer. ‘Ik ben vroeger wel eens in Afghanistan geweest’, zei hij. ‘En die meisjes… ze liepen toen gewoon in korte rokjes. Dat kun je je nu toch niet meer voorstellen?’
‘Ik weet het niet’, zei ik. ‘Ik kom tegenwoordig niet vaak meer in Afghanistan.’ Oom H. zuchtte theatraal.

Zag leuke baan, heb voor de aardigheid gesolliciteerd. Zag pas veel later dat woordje ‘ik’ maar liefst 19 keer in sollicitatiebrief voorkwam. Kan toch niet? Mensen denken toch meteen dat ik niet goed wijs ben?

Woensdag 28-10
Gewerkt. In de tram zaten twee mannen achter me. ‘Samson?’ zei een van de mannen. ‘Dat is toch geen leider? De man is hooguit een derderangs filiaalhouder.’
Andere man was het er niet mee eens. Werd heftige discussie.
?’s Avonds kaasfondue gegeten met vriendin L. Was heerlijk. Wil elke dag wel kaasfondue.

Donderdag 29-10
Vriend P. (de filosoof) was weer eens hardop aan het denken. ‘Ik weet niet hoe het kan’, zei hij, ‘maar als ik Pechtold zie moet ik steeds denken aan dat beroemde sprookje.’
‘Welk beroemde sprookje?’ vroeg ik.
‘De Nieuwe Kleren van de Keizer’, zei hij. ‘Vind je dat niet vreemd? Ik begrijp niet hoe ik erbij kom.’
Begreep het ook niet. Ben dan ook geen filosoof.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda