Column DAT TREFT - Van de kaart
Met ogen die opborrelende wanhoop verrieden, liet de veertiger haar pen boven de kaart zweven. We wachtten. En we wachtten. ‘Veel succes’, kalkte ze. Onze namen zaten te diep. Mooie kaarten hadden we trouwens zeg, met die basketballers erop en zo. We knikten. En we knikten. Lelijker hadden we ze niet kunnen vinden. Docent twee wist goddank onze namen nog. Onze achternamen ook. Man, zelfs onze vaste plekken – ‘rechtsvoor’ - kon hij uittekenen. Dit was de man die door een ongeluk geregeld door zijn geheugen in de steek werd gelaten. Het pleitte niet voor docent één. Goed, door. Docent nummer drie wilde best iets schrijven, maar dan moesten we hem eerst tien minuten alleen laten. De zelfbenoemd creatief denker had tijd nodig. Begrepen we. Tien minuten later waren de kaarten twee gedichtjes van het kaliber ‘hop/hop/hop/paardje in galop’ rijker. ‘Wat mooi’, lachten we lief. ‘Dit is het wachten wel waard.’ Na een uur schooien om teksten begon onze uitreiking. De kaart was nog lang niet vol, dus dat kwam slecht uit. We gingen toch. Een misstap. School bleek in het geheim onze Facebook-pagina’s te hebben bekeken en de speeches waren op onze persoonlijke statussen gebaseerd. Ik kneep ’m. Twee dagen ervoor had ik op diplomamaker.nl een certificaat geknutseld en op de site gegooid. Een certificaat met een gitaarspelende muis en veel fonetisch taalgebruik, niveau veterdiploma. De toespreekman keek me aan en drukte op enter. De projector bovenin het lokaal projecteerde een certificaat met een gitaarspelende muis en veel fonetisch taalgebruik. Als ik mezelf die dag op de kaart heb gezet, is het als het kinderachtigste meisje van de opleiding journalistiek.
Tamara
Uw reactie