Nieuws

Zo’n verhaal van Marten Blom: Cursus

Cursus.

Zoals gebruikelijk was de schrijver als één van de eerste cursisten aanwezig. Daar kunnen we allerlei conclusies uit trekken, maar dat doen we maar even niet. Al was het alleen maar omdat het daar nog te vroeg voor was (dat was het niet, het was tien uur, maar als je tijd kunt uitdrukken in alreeds genuttigde kopjes koffie, was het wel vroeg, dit even ter rechtvaardiging ). Gedurende de cursus mocht je in feite nooit je pen van het papier halen, teneinde niet te veel na te denken. Niet zoals de schrijver het nu deed, dus. Op de laptop, regelmatig op zoek naar betere formuleringen en regelmatig controlerend of alles in dezelfde tijd was geschreven en vanuit dezelfde persoon. Ach wat, dacht de schrijver nu. Pleur in godsnaam alles wat je voor de voeten komt op het papier! Dat was de boodschap van de cursus wel zo ongeveer, hoewel subtieler geformuleerd.

In elk geval begon Perro, de cursusleidster, de sessie van die dag met een meditatie. Daar kunnen we weer een hoop woorden tegenaan gooien, maar dat doen we nu écht niet. Of we het nou geloofden of niet, Perro nam ons die ochtend ver weg en keerde ons compleet binnenstebuiten. Tot nu toe had ze het gehad over een zon boven je hoofd, die je naar wens kon instellen. Een beetje feller, een beetje dimmen, een ander kleurtje? Iets wat je in de etalage van de expert zou verwachten. Nee, ditmaal gidste Perro ons aanvankelijk even van de grond met tafel, stoelen en al, waar we enkele seconden ronddobberden. Vervolgens wierp ze ons in een meteorietenregen van brandende rotsblokken zo groot als huizen. De schrijver zag Herman, de enige andere mannelijke cursist in dit oestrogene gezelschap, voorbij buitelen, onderwijl fanatiek met zijn pen in zijn opschrijfboekje krabbelend, alsof dat zijn enige houvast was in dit door Perro losgeslagen universum. Christien stak, al door de lucht tollend, één bescheiden vinger op en zei: ‘Denk je dat het ook íetsje minder kan, Perro?’ Waarop geantwoord werd door een parodie, nee, noem het een blasfemie van Perro, een wezen met enorme draaiende spiralen in plaats van ogen en een woest in de meteorenstorm wapperende haardos: ‘NEEEEEEEE!!!!!! Jullie twijfelden aan mijn meditaties, mijn chakra’s, mijn vermogen om jullie los te maken van deze armzalige aarde!!! Aanschouw!’ En hop, ze moesten aanzien hoe ieder van hen letterlijk binnenstebuiten werd gekeerd.

‘Eh, Perro?’ zei Wicky, een boer onderdrukkend, en wellicht nog meer. ‘Moet dit echt? Ik vind mijn medecursisten niet zo heel mooi, om niet te zeggen: onsmakelijk, in deze uitvoering… burk!’ Wicky had zeker een punt. De natte, rood glanzende oppervlakken van hun binnenkanten was nu niet direct het ideale visitekaartje voor hen. Hun cursusleidster was echter onverbiddelijk. ‘Jullie weten niet wat goed voor je is! Laat alles nu eens los!’ zei ze. ‘Als het jou om het even is, hou ik liever alles bij elkaar’, zei de schrijver benauwd, met zijn armen om zijn ingewanden geslagen.

‘Kom,’ zei Anya nu. ‘Jullie laten je allemaal leiden door angst! Wie verzint dat nou, om je letterlijk binnenstebuiten te keren. Doe het nu eens spreekwoordelijk, dus bij wijze van spreken!’ De schrijver hoorde naast zich iemand weldadig zuchten. Het was Annie. Dat wil zeggen: ze was het wel en ze was het niet. Ze zag er weer helemaal normaal uit of dan toch zeker hetzelfde als ze er voorheen uit zag. Maar dwars door haar heen groeide een tuin, in de eerste zonnestralen na een voorjaarsbuitje. Vogels tjilpten en allerlei kleine diertjes scharrelden rond

‘Het werkt!’ zei Annie gelukzalig. ‘Ja, dit is veel beter...’ De schrijver keek eens om zich heen en hij moest toegeven dat iedereen ervan opgeknapt was. Anya zat in het waddengebied, Wicky in een nostalgisch verleden, Christien in een geordend universum en Perro zat gewoon op Hawaii. Herman zat op een rots in een schijnbaar niet ter zake doende waterval, die bij nadere beschouwing de mooiste waterval ter wereld bleek te zijn. Niet dat iemand die waterval nader beschouwde. En dat was precies zoals Herman het wilde hebben. De schrijver zelf bevond zich in zijn bed, waar hij zijn ultieme middagdutje met genoegen onderging.

Na de cursus bleek de trap naar boven onbegaanbaar te zijn door gevallen puin. Ze stapten derhalve maar met zijn allen in de lift, die al gauw met een enthousiaste - ping! - liet horen dat ze de begane grond hadden bereikt. Toen de liftdeuren zich openden, was er alleen een grijze vlakte te zien. Er hing een eveneens grijze lucht boven. Was het zover? Waren de Russen dan toch gekomen en kennelijk ook alweer gegaan? ‘Oh, verrek!’ zei Perro, en ze knipte met haar vingers. Onmiddellijk was de bieb terug, Harlingen was terug. ‘Sorry, jullie waren nog onder hypnose!’ zei Perro. ‘Tot volgende week, hè?’ Annie fluisterde: ‘Zó, zij is echt goed!’

Einde.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda