Nieuws

Lezing en oude films in het Hannemahuis

Walvisvaart van de Noord- tot de Zuidpool

Vrijdag 6 april 2018 is in het Hannemahuis een avond gewijd aan de geschiedenis van de walvisvaart in het Noord- en Zuidpoolgebied. Voor de pauze vertelt Jur Leinenga over de Arctische walvisvangst in de achttiende eeuw en de betekenis van Straat Davis als vangstgebied. Na de pauze wordt een oude film vertoond over het werk aan boord van walvisvaarder de Willem Barentsz in Antarctica, met commentaar van oud-werknemer Dick Mellema. De avond begint om 20.00 uur, toegang € 5 (inclusief koffie/thee), aanmelden via 0517-413658 of museum@harlingen.nl.

Walvisvangst, Dirk Danser 1747. (Collectie Hannemahuis)

De zeestraat tussen Groenland en Baffin Land, die naar zijn Engelse ontdekker ‘Straat Davis’ wordt genoemd, was vanaf het begin van de achttiende eeuw tot de vooravond van de Eerste Wereldoorlog een belangrijk vangstgebied voor de walvisvaart. In navolging van de Nederlanders, die in 1719 voor het eerst walvisvaarders hier naar toe stuurden, hebben ook Duitsers, Denen, Engelsen, Schotten en Amerikanen in deze uithoek van de wereld hun geluk beproefd. Volgens een schatting zouden tussen 1719 en 1911 in Straat Davis in totaal 28.394 walvissen zijn gevangen. Voor de achttiende eeuw schat Leinenga dat er 9720 exemplaren zijn gevangen, dus een derde van de totale vangst in de tijd van de commerciële walvisvaart. Straat Davis was in de achttiende eeuw minder belangrijk dan Spitsbergen. Wat voor effect had de Europese aanwezigheid in Straat Davis voor de lokale walvispopulatie en voor de inheemse bevolking? Aan de hand van scheepsjournalen, reisverhalen en landbeschrijvingen geeft Jur Leinenga een beeld van de relaties van Europese walvisvaarders, zendelingen, kolonisten en kooplieden en de oorspronkelijke bewoners van deze streek, de Eskimo’s.

 

Tijdens het tweede deel van de avond wordt een oude film van het werk aan boord van  walvisvaarder Willem Barentsz vertoond. Dick Mellema woont al 30 jaar in Harlingen, maar in de jaren 1959-1963 werkte hij op de Willem Barentsz. Zijn werk was aan boord de machines te onderhouden, hij was dan zeven à acht maanden van huis. Elke reis werd er een houten reservedek aangelegd voor de speksnijders die op schoenen met spijkers stonden om niet uit te glijden in het vet. Van Kaapstad was het nog één week varen naar de ‘Roaring Forties’ (40-50 graden ZB, een stormgebied), daar doorheen naar het zuiden tot in Ross Sea, een diepe baai in Antarctica, in het ijs, waar hele scholen van allerlei soorten walvissen met hun jongen zwommen vanwege de overvloed van plankton. De walvissen met jongen mochten niet gevangen worden. Inspecteurs hielden dat in de gaten. Jagers jaagden met hun harpoenkanon, plantten daarna de vlag in de walvis en brachten de walvissen naar de Willem Barentsz. De Willem Barentsz ving wel 2500 tot 3000 walvissen per seizoen. In 1964 stopte de subsidie van het Rijk en dat was ook het einde van de walvisvaarder Willem Barentsz. De walvisstand was ook sterk verminderd door het vele jagen.

 

Datum: Vrijdag 6 april 2018. Titel: Van de Noord- tot de Zuidpool: geschiedenis van de walvisvaart, lezing door Jur Leinenga / film over de  Willem Barentsz  met toelichting door Dick Mellema. Plaats: Harlingen, Gehoorzaal in het Hannemahuis, zijingang Sint Christoffelsteeg. Aanvang: 20.00 uur. Toegang: € 5 incl. koffie/thee. Aanmelden: 0517-413658 of museum@harlingen.nl.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda