Nieuws

Het goud en het zout

Stichting Bescherming Historisch Harlingen wil pakket waarborgen voor zoutwinning onder Wad

Als alles volgens plan verloopt gaat de zoutwinning voor de Harlinger havenmond in 2019 van start. De bodemdaling die daarvan het gevolg is mag geen enkele schade veroorzaken, benadrukte burgemeester Sluiter in deze krant en tijdens de nieuwjaarsreceptie. “We weten nog onvoldoende of de zoutwinning geheel zonder risico is", aldus de burgemeester, “dus het is goed alert te zijn en alles precies te blijven volgen. Het allerbelangrijkste wat onze identiteit bepaalt is onze schitterend behouden oude stad met z’n vele monumentale panden. Als we dat te grabbel gooien, gooien we goud weg. Daar letten we dus heel goed op, het komende jaar.” Hoe staat het ondertussen eigenlijk met die garanties?, vroeg de Harlinger Courant zich af. We staken ons licht op bij de betrokken partijen.

In 2013 ontvouwde Frisia Zout de plannen voor zoutwinning onder de Waddenzee: vanaf de zoutfabriek in een s-bocht boren naar een zoutpakket bijna vier kilometer uit de kust op 3000 meter diepte. De verwachting was destijds dat de eerste caverne in 2015 in productie zou zijn.

“Jullie zijn net te vroeg”, laat Jarig Langhout weten. “We zijn nog in gesprek met Frisia Zout.” Sinds afgelopen zomer is Langhout voorzitter van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen (SBHH), die zich uitsluitend met de zoutwinningsplannen bezighoudt. De nieuwe stichting kwam er op initiatief van de vereniging Oud Harlingen, huiseigenaren, kerkrentmeesters en erfgoedorganisaties zoals de Hein Buismanstichting en de vereniging Hendrick de Keijser. “Bij veel mensen is ongerustheid over eventuele schade aan hun pand”, weet Langhout. “Frisia Zout verwacht weliswaar dat er geen schade gaat ontstaan, maar die verwachting had de NAM ook voor het aardbevingsgebied in Groningen. Alle onderliggende wetenschappelijke rapporten en studies, die schade uitsloten, bleken er naast te zitten. Nu is gaswinning natuurlijk wat anders dan zoutwinning, maar zowel bij Veendam als bij Wijnaldum ervaren bewoners wel degelijk schade door zoutwinning. Allereerst aan hun huizen, maar na zoveel jaar strijd om gehoord te worden en om schadevergoeding ook emotionele stress. Dat willen we in Harlingen absoluut vóór zijn.”

 

Maatregelen

De SBHH wil in goed overleg met Frisia Zout tot een pakket maatregelen komen. “Wij zijn geen actiepartij”, stelt Langhout. “Ons uitgangspunt is dat zoutwinning kan, maar dan wel binnen de juiste voorwaarden. Daarbij moet je denken aan een heel pakket van waarborgen, van een buitendijkse veiligheidszone via een goedgevuld schadefonds tot een fijnmazig meetnet in de stad (zie kader, red.). Frisia heeft ons gevraagd om voor dat meetnet tien panden aan te dragen en dat hadden we in een oogwenk voor elkaar. Inwoners boden hun pand ook spontaan aan, om metingen aan te verrichten. Alles ligt nu voor bij Frisia en we vertrouwen erop dat we de punten samen nader kunnen gaan invullen. Begin februari praten we daar verder over.”

 

 

Meersporenbeleid

De stichting wilde ook ‘omkering van bewijslast’. Het kan bij schade door ondergrondse delfstofwinning erg lastig zijn te bewijzen wat exact de oorzaak van opgetreden schade is. In het Groninger aardbevingsgebied hebben de bewoners die zorg niet meer: de NAM wordt op voorhand de veroorzaker geacht te zijn. De SBHH wil dat dezelfde regeling in het Harlinger zoutwingebied gaat gelden, zodat burgers niet met schade blijven zitten. Wat is de stand van zaken op dat gebied? “Wij denken er met Frisia uit te komen”, zegt Jarig Langhout, "maar we hebben inderdaad meerdere  sporen uitgezet. Denk aan afbreuk aan het imago van Harlingen als monumentenstad, mocht er toch schade aan de binnenstad ontstaan, of aan waardedaling van panden. Dan gaat het om immateriële schade, los van scheuren in huizen en dergelijke. Bel anders Chris Elsinga even, die weet daar meer van.”

 

“Dat klopt”, meldt Elsinga even later. “De rechtbank Leeuwarden heeft vorige week dinsdag in hoger beroep net uitspraak gedaan dat de NAM ook die immateriële schade moet gaan vergoeden. In het aardbevingsgebied zou het gaan om 100.000 woningen, die samen ongeveer een miljard euro minder waard zijn geworden. De SBHH wil jarenlange juridische strijd zoals in Groningen voorkomen. Daarom proberen we nu al een beeld te krijgen van de waarde van Harlingen als monumentenstad, of van ‘het goud’, zoals de burgemeester het noemt. Om dat te berekenen hebben we contact met het Atelier Rijksbouwmeester en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.”

 

Complex

Vanuit de SBHH liggen verschillende lijntjes uit met Tweede Kamerfracties, met de Stichting Maatschappij en Veiligheid, met het Wetterskip, de provincie en anderen. “Die zoutwinning is namelijk best wel complex”, zegt Elsinga, “Er zijn allerlei technische, wetenschappelijke en juridische aspecten, die we allemaal afwerken. Zo hebben we de Technische Commissie Bodem Beweging in Harlingen op bezoek gehad. Zij hebben eerder positief geadviseerd over de zoutwinning, maar op grond van nieuwe inzichten hebben we hen gevraagd dat nog eens tegen het licht te houden. Daar hebben we volgende maand weer een gesprek over. En we hebben bijvoorbeeld ook een reeks inhoudelijke vragen voorgelegd aan een internationaal expertpanel dat zich met de effecten van mijnbouw bezighoudt. Maar het mooiste zou zijn als we rechtstreeks met Frisia maatregelen kunnen afspreken.”


Pakket van waarborgen

Stichting Bescherming Historisch Harlingen wil samen met Frisia dit pakket van waarborgen vastleggen.

1) Metingen

Frisia Zout en de SBHH formuleren gezamenlijk een opdracht aan een te selecteren ingenieursbureau om een ‘state of the art’ meetnet te ontwerpen. Randvoorwaarden voor het meetnet zijn: 
- fijnmazig, inclusief meetpunten op de Tsjerk Hiddessluizen en de Sas
- inclusief metingen bij - in beginsel - alle elf geselecteerde panden in de stad
- zowel binnen- als buitendijks
- aansluitend op de GPS-metingen van Frisia Zout in de Waddenzee
- alle metingen op basis van een combinatie van meetmethodes, inclusief tiltmeters
- continue metingen met openbare, transparante meetresultaten
- minimaal 1 jaar vóór de start van de zoutwinning functionerend

 

2) Veiligheidszone

Er wordt een veiligheidszone gecreëerd door buitendijks, op 500 en 1000 meter buiten de kust, reeksen meetpunten aan te brengen die de naderende bodemdaling 24/7 signaleren.

 

3) Hand aan de kraan

Frisia Zout en de SBHH stellen gezamenlijk een definitie van het ‘hand aan de kraan-principe’ vast en formaliseren welke maatregelen worden genomen als bij de meetpunten op 500 meter buiten de zeedijk 2 cm daling is bereikt, door welke partij en in welk tijdsbestek.

 

4) Omgekeerde bewijslast

Frisia Zout stelt zich neutraal op tegenover het streven van de SBHH om - analoog aan het Groninger aardbevingsgebied en in lijn met het advies van de Raad van State - het Harlinger zoutwingebied met steun van de gemeente Harlingen en de provincie Fryslân aan te wijzen als ‘effectgebied’ waarin omgekeerde bewijslast van toepassing is.

 

5) Schadefonds

Frisia Zout en de SBHH formuleren gezamenlijk onderzoeksopdrachten om te bepalen in welke orde van grootte eventuele psychische, bedrijfs-, fysieke, waardedalings- en imagoschade als gevolg van de zoutwinning kan komen te liggen. Dit als grondslag voor een door Frisia Zout op te bouwen reserveringsfonds analoog aan Barradeel II. Voor fysieke, waardedalings- en imagoschade kan gedacht worden aan het College van Rijksadviseurs c.q. het Atelier van de Rijksbouwmeester; voor bedrijfsschade aan de Erasmus Universiteit en voor emotionele schade aan GGD en GGZ.

 

6) Communicatie

Frisia Zout zal, naar voorbeeld van Ballast Nedam bij de bouw van de N31, inwoners van Harlingen en andere direct betrokkenen in de verschillende stadia van het project vroegtijdig en inzichtelijk via meerdere kanalen informeren over de werkzaamheden, de voortgang en de risico’s rond de zoutwinning.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda