Nieuws

HET STUKJE VAN DE WEEK door Marten Blom

Hou eens vijf minuten je klep

En dat je dan vijf minuten lang je klep moet dichthouden. Dat schijnt het moeilijkste onderdeel te zijn voor deelnemers aan een terug-naar-de-natuur-cursus of iets dergelijks, iets wat ik in een documentaire zag op Netflix. Er kwam een dame in beeld met een rustige uitdrukking op haar gezicht. Geen tjeemig de peemig uitdrukking of iets ander zweverigs, maar gewoon de blik van iemand die wist waar ze het over had. En waar ze het over had, was dat mensen die weinig buiten komen, moeite hebben om vijf minuten lang hun klep dicht te houden. Om vijf minuten stil te staan en niets te doen. In de natuur. En het zou nog het mooist zijn als ze ook vijf minuten lang niets denken.

Maar goed dat ik daar geen moeite mee heb, denk ik, terwijl ik met een flinke gang over het strand loop. ‘Nu eerst nog even tot het eind van het strand, dan langs die oude loodsen naar de hijskra- en wacht eens even,’ denk ik.

Oh. Stil staan. Vijf minuten. Ik stop met lopen. Kijk om me heen. Denkt er nu niemand: wat staat die vent daar nou? Welnee, er is geen kip te bekennen. Goed, ik sta stil. Ik hou mijn klep. Er is niemand om tegen aan te kleppen, dus niet zo moeilijk. Nou, goed. Vijf minuten. Wat zal ik es doen? Fotootje maken? Ik begin al in mijn jaszak te rommelen als er me iets te binnen schiet.

Niets doen. O ja. Nou, maar eens kijken, dan. Ik richt mijn blik op de horizon en begin ijverig te zoeken naar mooie dingen, interessante details…

O ja. Niet nadenken. Op de één of andere manier weet ik steeds meer uit te schakelen en het eerste wat me opvalt is het geluid. Ik hoor een groep strandvogels, nee, weet ik veel hoe ze heten, maar ik hoor ze kwetteren terwijl ze rechts van me opvliegen, boven me doorkwetteren en vervolgens ergens ver van me links neerstrijken.

Het volgende wat ik hoor, is mijn eigen stem die als een soort voice-over in mijn hoofd galmt: ‘HET EERSTE WAT ME OPVALT IS HET GELUID. IK HOO-’ Ik schud mijn hoofd een beetje, probeer eerst wat minder te denken, merk dat het averechts werkt en ga vervolgens over op: aan niets in het bijzonder denken. Dat gaat nog het best. Het soort nonactief denken dat je wel eens hebt als je half zit te doezelen in een te hete treincoupé of als je iets debiels als de afwas aan het doen bent. Ik kijk op mijn horloge en zie dat ik dit nog maar twee minuten sta te doen. En waarom ook alweer? Niet omdat ik het idee had dat er iemand de wijsheid in pacht had in die documentaire op Netflix. Soms probeer je gewoon wat. Ik kan je vertellen dat proberen om niks te denken ervoor zorgt dat je HEEL VEUL gaat denken. Vooral als je dat Heel Hard Probeert. Maar als je dat dan door hebt en het min of meer opgeeft, dan kan er het soort trage denken over je komen dat normaal gesproken alleen gereserveerd is voor van die diepzeevissen op de bodem van een enorme pan met erwtensoep. Je weet wel, dat type met zo’n lampje aan een tentakel voor zijn voorhoofd. In de minuten die volgen, kijk ik niet zo vaak meer op mijn horloge en zo gaan opeens tien minuten voorbij. Ik kijk nog eens verbaasd op mijn horloge. Nee, ik heb hier echt meer dan tien minuten gestaan. Met mijn klep dicht. Stil. Met weinig gedenk. Nadat er nog een minuut wegkruipt, kom ik in beweging. Het is bijna raar om weer te gaan lopen. Waarheen dan? En wat was ik allemaal van plan, ook alweer? Terwijl de ene gedachte alweer over de andere begint te buitelen tijdens het lopen, denk ik terug aan die tijdloze laatste momenten van die tien minuten. Heel even glimpte het enige wat je hoeft te weten door al het gelul heen: dit moment. Nu. Niets straks, niet gisteren en niet volgende week. En hier.

Vaag gelul? Weet ik niet. Het enige wat ik deed, was bij wijze van proef even vijf minuten mijn klep dicht houden. Moet je ook eens proberen.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda