Nieuws

Het stukje van de week

Opstarten

Half Nederland loopt te kuchen, te snotteren en te kwakkelen. Zo ook mijn enige nazaat hier naast mij op de bank. Kuchend en reutelend werkt hij zich met een bleke snuit door het boek dat we samen uit de bibliotheek hebben gehaald. Mijn zoon kreeg er zowaar gratis een interessant naslagwerk bij, getiteld: ‘schele dieren’. Nou, als dat niet inspirerend is, dan weet ik het ook niet meer. ‘Schele dieren’ bleek ‘op’ te zijn, oud geworden, afgeschaft, aan de kant gezet. Of laat ik dat wat positiever formuleren: genieten van een fijne oude dag in de kamer van mijn zoon. We gaan het beleven. Ben heel benieuwd wat mijn vrouw ervan vindt. Wellicht zijn de schele dieren van deze wereld toch een wat korter leven beschoren dan ze gehoopt hadden. Ik wacht met mijn zoon op mijn neef en mijn vrouw. Mijn neef heeft besloten om ons per fiets te bezoeken. Van de Veluwe naar de bovenkant van Friesland. Mijn vrouw heeft daarop besloten om Chinees te halen. Ik vind dat heel verstandig van haar. Want zet twee Blommen die elkaar een tijd niet gezien hebben in een keuken en er zit aan het eind van de avond meer eten tegen het plafond dan op je bord.

 

Als u denkt: ‘Waar gáát dit over?’ dan begrijp ik u. Ik denk dat dit een stukje is over de wazige chaos die heerst in januari, die volslagen nietszeggende maand na de feestdagen. Ik weet niet hoe het voor een ander is, maar ik krijg in december altijd het gevoel dat het dagelijkse ritme, die ouderwetse elpee van 33 en één derde toer, opeens gescratsht wordt door een overenthousiaste rapper genaamd Sinterklaas, Kerstman of Scrooge. Het gevolg is dat alle ritme uit het dagelijks leven verdwenen is tegen het eind van de feestmaand. En nu, in januari, heb ik het gevoel dat ik zelf op een enorme elpee loop. ’s Morgens strompel ik vanuit mijn bed op het vinyl en plots komt die zwarte schijf onder mijn voeten tot leven. Vanuit niets zwelt er muziek op, eerst vormloos en onsamenhangend, maar dan loopt het. Loopt alles. Links, rechts, voor en achter mij duiken vaders en moeders op die ook hun kind naar school brengen op de melodie en het werkritme van 2018. ‘Goedemorgen’, roepen we. En: ‘Alles goed?’ Waarop weer klinkt: ‘Ja hoor, z’n gangetje, mag niet klagen!’

 

Met dezelfde snelheid waarop alle ouders stipt op tijd verschenen, lossen ze ook weer op in de ochtendschemering. De één springt in zijn auto om vervolgens ergens keihard aan de slag te gaan, een ander struint de puinhopen van het ontbijt in. Het positieve aan het einde van januari is wel dat mijn tunnelvisie afneemt. Ik kan me weer beter voorstellen dat niet iedereen op weg is naar een perfecte carrière in een dynamische setting. Al is het alleen maar omdat mensen die termen als carrière en dynamiek regelmatig in de mond nemen, dat vooral doen om te verhullen dat ze zich te pletter vervelen in een kantoor. Als ik me dan bedenk dat ik dit stukje deels aan tafel, thuis, deels in een wachtruimte in Groningen en vervolgens in een kantine, ook in Groningen, heb geschreven, dan kan ik concluderen dat het met die dynamiek bij mij nog wel snor zit. En dat van die carrière? Weet niet. Ik zou zeggen: koop mijn debuutroman van 2016: ‘Cardan’ ( bij bol.com, Bruna en nog een heleboel online aanbieders ), of wacht tot er een verzamelbundel verschijnt van deze ‘stukjes van de week’. Of: wacht nog even totdat het stripalbum ‘Distortia’ (tekeningen: ondergetekende, verhaal: Pen Stewart ) verschijnt. Dan is dat ook weer geregeld.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda