Nieuws

Het stukje van de dag

Door Jeroen Pietersma
Niet zo lang geleden werd ik met spoed opgenomen op de shortstay afdeling van Punt voor Parkinson in Groningen. Na een week daar begon ik aan iets wat op de afdeling bekend werd als ?het stukje van de dag?. Elke avond werd er gevraagd of ik het al af had en dan las ik het voor. Ik ben daar drie weken geweest; na mijn thuiskomst ben ik er gewoon mee door gegaan.

door Marten Blom

Zaterdag 29 juli 2017 Aanstellerij
Als ik de sportzaal van Fysiotherapie Rozengracht in loop, hoor ik Frans fluisteren: ‘Pas op! Hij schrijft alles op wat je zegt, hoor!’ En vlak daarna zegt hij tegen mij: ‘Je moet hem daar hebben, over hem kan je wat schrijven!’ Ik heb geen idee waar het over gaat, grinnik een beetje schaapachtig en begin aan een apparaat te sjorren. Daarvoor kwam ik hier tenslotte. Ik kom hier al zo lang dat de staf me hier zo ongeveer als onderdeel van de inrichting ziet. Ben wel lang weg geweest. De meeste mensen aan en op de apparaten ken ik nog, maar er zijn wat mensen bij gekomen terwijl ik weg was. Dus stel ik me voor. ‘Ja, dat weet ik’, zegt Arie, of Harry, dat weet ik nu niet meer zeker. ‘Want je stond in de krant.’ Als ik na het sporten de deur weer uitga, roept een dame die ook aan het sporten was: ‘Leuk stukje, Marten!’ Ik heb geen idee hoe ze heet. Thuis zet ik de laptop aan. Vijfenzeventig reacties op mijn aankondiging dat ik een column mag schrijven in de HC. Dat Ubbo dat wel zag zitten. Ik vind het leuk. Natuurlijk. Maar ook wel een beetje gek.
Wat later op de dag lees ik een stukje op Facebook over een jonge vrouw die ernstig ongeluk kreeg is bij het paardrijden. De vrouw schrijft het zelf en ze richt het woord aan een meisje die haar filmde terwijl het ongeluk plaatsvond. Ze zegt dat ze zich graag even wilde voorstellen, nadat ze zo intiem met elkaar waren geweest. Hoewel ze die intimiteit wel wat eenzijdig vond. Ik twijfel of ik wil reageren op het stukje. Tenslotte zie ik er van af. Deze vrouw is gefilmd terwijl er iets vreselijks met haar gebeurde. Ze had geen enkele controle over de wijze waarop ze in beeld werd gebracht en wie dat kon zien. Ik begrijp wel dat ze dat soort aandacht niet zoekt.
Dat heeft verder ook niet zo veel met mij te maken. Maar wat ben ik hier dan aan het doen? Mijn persoonlijke zaken aan het voorschotelen aan Jan en alleman? Aandacht aan het zoeken? Ik denk het niet. Dat ben ik al een tijdje voorbij. Aan het begin was het nogal een raar gevoel, om ‘thuis te zitten’. Het is natuurlijk ook niet normaal als je op je 42e een oude mensen-ziekte krijgt waardoor je je werk niet meer kan doen. En tegelijk is er geen bal aan je te zien. Alsof je je aanstelt. Nu heb ik me daar destijds best druk over gemaakt en veel te veel nagedacht over wat iedereen daar over zou vinden.
Totdat ik gewoon weer aan de slag ging. Ik schreef een boek. Verkocht er een paar honderd exemplaren van. Toen benaderde een uitgever me om een stripboek te tekenen. Daar ben ik hard mee aan de slag. En toen begon ik stukjes te schrijven op die afdeling in Groningen. Daar kwamen reacties op en ik begin te begrijpen wat ik aan het doen ben: ik schrijf mezelf weer terug de wereld in. Dat kan ik ook merken aan het feit dat ik minder van dit soort ‘ik’ en ‘mij’ stukjes schrijf. Ik schreef echt niet voor mijn lol over mezelf. Ik was alleen een tijdje de enige die mezelf voor de voeten liep. En goed ook.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda