Nieuws

Dat Treft: Wijf


‘Hoi.’ ‘Hoi.’ Wat heb jij?’ Vanachter onze schutting hoor ik hoe een kleuter van een paar huizen verderop de tuin van de buren aandoet. ‘Een koekje.’ ‘Lekker. Mag ik er ook één?’ Die durft. Als wij dat vroeger flikten was het drie keer met de mattenklopper en een week niet buitenspelen. Terwijl het
buurmeisje een biscuitje krijgt, denk ik na. Waren we werkelijk braver, in mijn tijd? Die keer dat ik de vijfhonderd meterlange wandeltocht naar basisschool ’t Wad niet zag zitten en mijn buurvrouw vroeg of ze me met de auto naar school wilde brengen, was dat toonbeeld van fatsoen? Niet direct. Eerder één van schaamte, maar dat kwam omdat mijn moeder me na tien meter weer uit de auto plukte. Mijn buurvrouw en ik strandden die middag nog voor het einde van de straat.

 

Ineens herinner ik me weer pijnlijk goed hoe ik zelf bij vriendjes en vriendinnetjes om eten bedelde in mijn jonge jaren. En hoe deze vriendjes en vriendinnetjes die boodschap vervolgens doorgaven aan hun ouders. ‘Tamara wil graag een snoepje’, zeiden ze dan. Zelfs een zesjarige wil op zo’n moment via een luik door de grond zakken.

 

Mijn beleefdheidsdieptepunt moet op een woensdagmiddag in 1999 zijn geweest. Geen idee waarom, maar ik vond het nodig om tegen een vriendinnetje te zeggen dat haar vader wandelde als een oud wijf. Dat woord kende ik namelijk, wijf. Het vriendinnetje, op haar beurt, vond het nodig om tegen haar vader te zeggen dat ik dit gezegd had. Stom, want ik moest nog samen met hen in één auto, helemaal van de tennisclub naar huis. De vader van het meisje reageerde met een mild ‘ik zal dit maar niet aan de ouders van Tamara vertellen’ en daar bleef het bij. Op de terugweg kreeg ik een lolly. Ik had er niet eens om gevraagd.


 

 

 

 

 

|Doorsturen

Buienradar



Agenda