Nieuws

Column REBELSE HUISVROUW - Vandaag 70 jaar?

Door Jeroen Pietersma

“70 jaar geleden…” mijmerde de oude dame terwijl ze met bevende handen voorzichtig haar theekopje naar haar mond bracht. “Zeventig jaar. Hoe is het mogelijk. Tjonge, wat een tijd. Ik kan me die dag nog zo goed herinneren. Het is ongelooflijk. Opeens was de oorlog voorbij. Waren we bevrijd. Was Harlingen vrij. Hier, neem nog een koekje jongen”, zei ze er in één adem achteraan. Ze schoof de koektrommel over de tafel heen naar haar kleinzoon die tegenover haar zat. Hij was een jaar of 50 maar ze noemde hem nog altijd jongen.

“Harlingen vrij…” ging ze door. “Eindelijk konden we gaan bouwen. Opbouwen. Het was hard werken hoor. Je opa en ik werkten dag en nacht. Opa in z’n rotanwinkel en ik in de wijnwinkel. Wat waren er veel winkeltjes toen in Harlingen. Overal kon je wel bakkerijen vinden. Beetje bij beetje kregen we het beter. We kochten een radio bij Sytra. Dat was een radiowinkel op de Voorstraat. Die is ondertussen allang weg. En ’s avonds luisterden we naar hoorspelen – ‘Negen Heit de Klok’ bijvoorbeeld. Wat was dat gezellig. Heel anders dan nu.”

De oude dame staarde in de verte en zweeg. Toen leefde ze weer op. “Het was echt een en al bedrijvigheid in Harlingen in die tijd. Als ik nu zie hoeveel leegstand er in de stad is - ik word er verdrietig van, weet je dat jongen? Dan denk ik: hoe kan dit toch? Waarom gaat het er zo raar aan toe? Ik begrijp de wereld niet meer. Ik heb de opbouw meegemaakt en ik zie nu alleen maar afbraak - het is geen mooi gezicht. Ik ben blij dat je opa dit niet mee hoeft te maken. Het is maar goed dat je niet alles van tevoren weet.”

Ze huiverde. In de verte hoorde ze het carillon spelen. Speelde dat ook 70 jaar geleden? Ze kon het zich niet meer herinneren. Opeens was ze moe. ‘Ga nu maar jongen’, zei ze. “Ik ben een beetje moe.”

De man stond op en boog zich voorover. “Dag oma”, zei hij. Hij gaf haar een kus op het voorhoofd.
“Dag jongen”, antwoordde ze. Ze pakte nog even zijn hand beet. “Voorzichtig hè!”
Ze staarde hem na toen hij wegliep. Hij had een krachtige tred, haar knappe kleinzoon. “Dag jongen”, fluisterde ze terwijl ze overvallen werd door een vreemd gevoel van heimwee. “Ik hoop dat je nooit mee hoeft te maken wat wij toen mee hebben gemaakt. Ik hoop het echt.” Ze slikte een traan weg. Daarna glimlachte ze dapper, schonk zichzelf een nieuw kopje thee in en zuchtte. Het was een lange, diepe zucht.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda