Nieuws

HET STUKJE VAN DE WEEK door Marten Blom

Logee

Deze nacht hadden we een logee. Een opgewonden logee, want het was voor het eerst. Ik heb het over een vriendje van onze negenjarige zoon. Gisteren heb ik spaghetti voor ze gemaakt, want daar houdt logee van. Het ging er ook goed in. Alleen het door mijn zoon voorspelde tweede bordje werd niet opgeschept. Jazeker is spaghetti lekker, aldus logee, maar zonder de speciale saus van beppie is het toch echt alleen maar wat slierten met gehakt. Blast! Weer gefaald als huisman. Volgende keer toch maar eerst advies inwinnen bij beppie. Na het eten zak ik meestal als een zak aardappelen op de bank, maar niet deze avond. Twee mannetjes drentelen rond door de woonkamer met poppetjes in hun handen. De lonkende bank is versperd door een barricade van weinig aantrekkelijk speelgoed. Weinig aantrekkelijk voor het achterwerk in elk geval. Besluiteloos, net als ons konijn als die op een regenachtige dag niet naar buiten mag, zit ik de wijzers op de klok naar acht uur toe te denken. Wat ben ik toch een imbeciel, denk ik. Ik weet niet eens meer wat ik moet verzinnen als ik mijn tukje op de bank of mijn half uurtje Netflix niet kan doen. Ga maar even op bed liggen, zegt mijn vrouw, je bent op, ik zie het aan je. Ik schuif die jongens er straks wel in. Dankbaar schuif ik mijn bed in, Netflix voor mijn neus, maar alleen met één kant van de koptelefoon op mijn knar. Want wat ik verwacht gebeurt. Bij het eerste gebonk en opgewonden gefluister komt er nog geen respons. Maar al gauw komt mijn vrouw naar boven. Frases als ‘nu echt slapen’ en ‘niet meer babbelen’ komen voorbij. Zodra de deur van de woonkamer zich achter mijn vrouw sluit, laait het gefluister en gegiechel weer op. Ik brom iets semi-autoritairs en onverstaanbaars vanuit mijn bed, waarop er een stilte van exact één seconde volgt. Netflix volg ik allang niet meer. Dit is natuurlijk het allermooiste van logeren. Spannend fluisteren in het donker. Elkaar dingen vertellen die heel Slecht of Vies of Vet zijn. Genietend lig ik nog even te luisteren voordat ik ze definitief tot bedaren ga brengen. Elkaar met spannende verhalen of gewoon al ketend wakker houden is een menselijk voorrecht waarvan genoten mag worden totdat je zo’n ouwe bok als ik ben. Totdat je Netflix verkiest boven menselijk gezelschap. Ik zal je eerlijk zeggen dat, ook al ben ik zo’n ouwe bok, ik vind het daar beneden toch gezelliger klinken dan hierboven. Alleen daarom al besluit ik om zo direct Orde Op Zaken Te Stellen. Kan ik tenminste deelnemen aan de festiviteiten. Maar mijn vrouw is me voor. Wat een verrassing. Ze is sneller dan ik. En mijn spreekwoordelijke lont is langer. Daar staat tegenover dat als het einde van die lont bereikt is, mijn kruitvat harder afgaat dan het hare. Maar goed, haar lont is dus korter. En dat kan ik al horen. Beter dan de mannetjes. ‘Logee, niet meer de hele tijd op de hoogslaper van je vriend klimmen’, hoor ik. En: ‘Zoon, niet die plastic schedel teruggooien naar logee.’

 

Als tijdens het wegsterven van haar voetstappen het gereutel weer oplaait, kom ik mijn bed uit. Ik zal ze moeten beschermen tegen zichzelf. Ze zijn te jong om het sissen van haar brandende lont te kunnen horen. Logee vind het een goed moment om op te merken dat de vrouwen bij ons gezin in de minderheid zijn. Precies andersom van wat hij gewend is. Zelfs als mijn zoon alleen met zijn moeder thuis is, is ze nog in de minderheid, zegt hij. Want zelfs Flappie het konijn heeft een piemel. Dus ik stommel brommend de trap af. Ik moet daar altijd wat om lachen, want vroeger was mijn vader de brommende beer in huis en no way dat ik ooit zo zou kunnen worden. Maar voilà. Arme logee was gewoon een beetje gespannen, zo bekende hij mij. Ik gaf hem een aai over zijn bol en vroeg of ze het allebei fijn vonden of ik bij ze bleef totdat ze sliepen. Mijn zoon vond het een goed idee. Logee zweeg en dat is instemmen. Niet lang na Welterusten 1 rukte logee het nachtlampje uit het stopcontact. Anders was het net of het zonnetje nog scheen. Na welterusten twee vertelde ik logee dat hij niet meer aan de handgreep van de kast hoefde te rammelen. Na welterusten drie merkte mijn zoon op dat er ergens een Geheimzinnige Gloed in de kamer was. Of wij dat ook zagen. Na welterusten vier vroeg logee waar mijn zoon die gloed dan zag. Mijn zoon verklaarde dat de gloed er nu niet meer was. Ik merkte op dat het dus gelukkig was opgelost. Na welterusten vijf had logee het Warm. Mijn zoon sliep inmiddels al. Ik hielp logee om zijn dekbed uit de hoes te halen, waarop logee besloot om die hoes als slaapzak te gebruiken. Ik had zo mijn twijfels, maar hield die voor me. Logee benoemde welterusten zes nu zelf. Inderdaad, fluisterde ik terug, dit is alweer welterusten zes. Logee kroop uit zijn hoes en legde die nu los over zich heen. Bij welterusten zeven ging logee even plassen beneden. Bij welterusten acht vertelde ik logee dat hij de welterustens niet meer mee hoefde te tellen. Wat er bij welterustens negen en tien gebeurde, weet ik niet meer. Toch was er maar een uurtje verstreken van het moment dat ik bij ze was gaan liggen tot het punt dat ik ze in slaap had gekregen met mijn overweldigende charisma.

 

De volgende ochtend gutst het van de regen. Na het ontbijt zijn de mannen binnen de kortste keren weer verwikkeld in compleet onbegrijpelijke avonturen met Skylanders, Ninjago’s en personages die heel veel ‘oeoehh!’ en ‘proesssh!’ zeggen. De mama van logee belt om 11 uur op. Ze wil logee ophalen, volgens afspraak. Ik kijk naar de mannen die met allerlei poppetjes door de kamer drentelen. Ze maken geluiden die als ontploffingen moeten klinken, of als helden die wanhopig gillend in lavakloven storten. Ze bevinden zich non-stop in de meest geweldige avonturen. ‘Haal hem om vijf uur maar op, joh’, zeg ik in de telefoon. ‘Iedereen blij.’

|Doorsturen

Buienradar



Agenda