Nieuws

Column DAT TREFT - Nasaal

Door Jeroen Pietersma
Ik ga iets vies opschrijven nu. Weggaan hoeft niet, maar het is beter van wel. Zojuist zat tegenover mij in lijn 28 namelijk een Chinees. Een Chinees die nieste. En hij nieste, werkelijk waar, zoals ik nog nooit eerder een Chinees zag niezen.

De knul had zonder aankondiging zijn hoofd naar achteren gegooid en met volle overtuiging een sliert van ik denk wel tien centimeter lang richting zijn linkerhand getorpedeerd. Of richting zijn rechterhand. Geen idee eigenlijk. Maakt ook niet uit. Ik was allang blij dat het zijn hand was, en niet die van mij. Als de jongen daarna een tissue had gepakt, zou ik hebben gezegd: hé, niet leuk, maar zoiets kan gebeuren vriend. Maar dat was nu juist het punt. De snot-Chinees deed helemaal niks en liet de groene prut daar waar het lag, bovenop zijn linker- of rechterhand. Ik twijfelde of ik erom ging lachen of ging kotsen. Het werd het eerste. In stilte, want het had ook wel iets zieligs. Iets zieligs en iets intrigerends. Want waarom maakte de jongen de bende niet als de wiedeweerga schoon? Ik heb er vijf minuten over nagedacht en dit zit erachter: 1. De jongen nieste onbewust (nee, dat is schier onmogelijk, dit hebben ze drie haltes verderop nog meegekregen). 2. De jongen was onder de indruk van zijn eigen productie en stopt het thuis in een glazen stolp, zodat hij later met weemoed kan terug denken aan die dag in lijn 28 waarop hij alle bestaande records brak. 3. De jongen is laborant en doet op dit moment longitudinaal nasaal onderzoek. 4. De jongen ontdekte dat zijn neuskwakje goed matchte bij zijn groene gympen. 5. De jongen is een vieze jongen. Ik neig naar 5. En naar een teiltje. Gadverdamme nog aan toe.
Tamara

|Doorsturen

Buienradar



Agenda