Nieuws

Harlinger humor: De scootmobielrace (deel 1)

Door Jeroen Pietersma
De raadsvergadering is deze avond vroeg aflopen. Burgemeester Paul Scheffer slaakt ?n zucht van verlichting. Raadslid Wiebe van Dijk stopt sien papieren in ?n zak van de Hema. ?Het wordt wel eens tijd dat je een aktentas koopt, niet Wiebe?, laat de burgervader weten. ?Ik vraag ?t steeds op sinterklaas?, seit Wiebe. ?Maar skienbaar gunt hij ?t mij niet.? Scheffer loopt op Wiebe toe en fluustert ?m in ?t oor. ?Kun je straks even bij me op de kamer komen, ik moet je wat vragen.? ?Kan dat hier niet?, laat Wiebe wete. As iedereen weg is loopt Wiebe naar de kamer van de burgemeester. Bode Ate Zijlstra wil wel naar huus. ?Dan kan ik nog ?n klein stukje voetballen op tv sien.?

“Wat must stou bij Paul op de kamer”, seit Ate as die siet dat Wiebe de kruk van de deur in de handen het. “Sinds wanneer magst stou de burgemeester bij sien voornaam noem”, kaatst Wiebe terug en loopt naar binnen. Hij nimt plaats in ’n makkelijke stoel en wacht wat Scheffer te vragen het. “Wiebe, je weet dat mijn afscheid aanstaande is.” “Ja”, seit Wiebe, “dat is bekend. Voor mij had ’t niet hoeven, want ja, wat voor artiest krije we straks.” “Daar wil ik het nu niet over hebben Wiebe. Wat ik graag wil voordat mijn aftreden aanstaande is, dat nog eenmaal die scootmobielwedstrijd gehouden wordt.” D’r valt even ’n stilte op de kamer die plotseling deur de stem van Ate doorbroken wud. “Ik weet niet wat jumme wille, maar ik gaan naar huus.” “Ga maar Ate”, laat Scheffer weten. “Ik doe alles wel op slot.” “Wat vind je ervan”, en Scheffer siet hoopvol naar ’t PvdA-raadslid. “Wat ik d’r van vien. Ik suu d’r niet an beginne. We heffe ’t al ’n paar keer eerder houden en ’t wudde altied ’n bende.” Maar Scheffer liet zich niet afskepe. “Toen was er ’n zekere Oene Klap?” “Oene Klep”, verbetert Wiebe. “Nou goed dan Oene Klep, die regelde het en dan wist je dat het mogelijk uit de hand zou lopen. Maar als jij de organisatie eens op je nam. Iedereen heeft respect voor jou. Je staat hier in Harlingen op een eenzaam voetstuk.” “Ja, ja, hou maar op”, roept Wiebe, maar ’n bitsje gevleid deur de woorden van Scheffer was hij wel. “Ik wil ’t wel proberen”, seit Wiebe. “Maar gien teugenwerking van ambtenaren over verkeerstechnische dingen of milieuaspecten. Ik doen ’t op mien manier en wil voor deze wedstried ’n frisse wind waaie laten.” “Verdorie Wiebe, laat dat frisse wind er nu even buiten, ik kan die naam bijna niet meer horen.” Beiden drinke nog even ’n fleske Kouwe Seun, om dan naar huus te gaan. Op de fiets dinkt Wiebe bij ’m zelf. Verdorie, waarom hef ik dit weer toeseit. Ik kan oek gien nee segge, dat is ’t probleem met mij. Dat het mie al bergen met geld kost.

Wordt vervolgd.

Yuppie 2011

|Doorsturen

Buienradar



Agenda