Nieuws

Zo’n stukje van Marten Blom: Schrijven

Schrijven

 

Schrijven, dat moet een ontspannend vak zijn. Als alles op de juiste plek valt… ja, dan is dat ook zo. Maar als ze niet op de juiste plek vallen? Als mijn zoon twee uur eerder van school komt dan verwacht? Ja, dan wil ik er even zijn voor hem.

‘Hé jongen, koppie thee en een koek?’

‘Lekker, pap!’

‘Hoe was het op sch… oh, schijt, je hebt je koptelefoon alweer op. Nou ja, dan begin ik toch maar met schr…’ zeg ik…

‘Hahaha!’ zegt zoon. ‘Moet je dit zien, pap!’

Het scherm van zijn telefoon is zo gebarsten en overdekt met vette vingers, dat ik er geen worst van kan maken. Bovendien heb ik mijn bril niet op en dat vertel ik hem dan ook. Ik strompel en tuur in het rond tot ik mijn oogjes weer gevonden heb. Ik plof naast mijn zoon neer.

‘Ja!’ zeg ik, ‘wat was er?’

‘Hè?’ Mijn zoon tilt een stuk van zijn koptelefoon op en kijkt me niet-begrijpend aan.

‘Wat wou je laten zien?’ zeg ik, op een hopelijk geduldige toon.

‘Hè?’ Deze keer til ik zijn koptelefoon op en roep: ‘Wat wou je laten zien?!’

‘Oh!’ en hij heeft het fatsoen om een beetje te blozen. ‘Ja, ik weet het niet meer,’ zegt hij.

‘Drollo!’ zeg ik. Ik begin met de eerste zin. Schrijven, dat moe…

‘O, ja! Ik weet het weer,’ zegt mijn zoon.

‘Ja, laat straks maar zien’, zeg ik. ‘Ik ga nu schrij…’ mijn telefoon gaat over. Mijn vrouw, zie ik. Ik probeer op te nemen, zit eindeloos op dat scherm te schuiven en mijn zoon geeft instructies die niet van toepassing zijn. Als de telefoon eindelijk meewerkt, blaf ik in het ding: ‘Ja!’

‘Ja hoi, met mij’, zegt mijn vrouw. ‘Wat klink je raar?’

‘Ja’, zeg ik. ‘Die K-telefoon ook!  En ik zat op de computer…’

Maar ze steekt van wal. ‘Hé, wat eten we ook alweer vanavond?’

‘...ehh’, zeg ik.

‘O ja, bloemkoolschotel’, zegt ze. ‘Daar hoort gehakt in, ja toch?’

Ik zeg: ‘j…’

Zij: ‘Ja, gehakt, heb je dat op tijd uit de vriezer gehaald?’

Ik: ‘n…’

Zij: ‘O, nee, we eten hamburgers vanavond! Laat maar, Mart, je hoeft niks te doen. Is ons kind een beetje goed uit school gekomen?’

‘Ja, dat gaat gel…’ zeg ik.

‘Nou, ik vraag het hem straks wel,’ zegt ze. ‘Tot straks!’

‘Trouwens’, zeg ik. ‘Schat? Hallo?’

|Doorsturen

Buienradar



Agenda