Nieuws

Staatssecretaris geeft niet thuis: Harlingen gaat het zelf doen

De Stichting Bescherming Historisch Harlingen (SBHH) en Frisia Zout gaan schadevergoedingen in verband met zoutwinning onder de Waddenzee zelf regelen. De rijksoverheid is niet voornemens de patstelling die hierover is ontstaan op te lossen. Dat blijkt uit een langverwachte brief van staatssecretaris Vijlbrief aan de SBHH. “Onverwacht teleurstellend”, vindt voorzitter Jarig Langhout.

Samen met gemeente Harlingen, provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân lieten de SBHH en Frisia Zout de afgelopen jaren onder- en bovengrondse metingen in Harlingen uitvoeren. De stichting vond een onafhankelijke partij om een meetnet voor de binnenstad te ontwerpen, Frisia Zout betaalde de aanleg. Daar bovenop werd als proef vanaf straatniveau en vanuit de lucht historische bebouwing tot op millimeterniveau opgemeten en gefotografeerd. “Die combinatie van onder- en bovengrondse metingen is iets totaal nieuws. Zo hebben we in Harlingen een ongekend precieze nulmeting gerealiseerd. Klus geklaard, zou je zeggen.”

Herhaling van ‘Groningen’

De metingen worden betaald door gemeente, provincie en het ministerie van EZK. “Beide lagere overheden zien de metingen als optimaal bewijs bij schades, net als wijzelf, Frisia en het Wetterskip”, zegt Langhout. “Maar nu komt het: het rijk wil die status niet bevestigen. De Commissie Mijnbouwschade van EZK heeft als taak na mijnbouwschade de claims te beoordelen. Daarom willen we van háár weten of wij het juiste meten, en op de beste manier. Alleen weigert de commissie daar iets over te zeggen. Je kunt er als burger in dit land dus niet achter komen hoe en welk bewijs je moet verzamelen om je claim te onderbouwen, mocht je ooit schade krijgen. Je kunt er evenmin iets over vinden in het jaarverslag van de commissie, want tot nu toe wees die geen enkele schade toe. En staatssecretaris Vijlbrief laat het allemaal zo, schrijft hij nu. ‘Groningen’ herhaalt zich hier”, concludeert Langhout. “Daar helpt kennelijk geen parlementaire enquête aan.”

Eigen toetsingskader

De stichting legt zich niet neer bij de situatie. “We hebben hier een meetnet dat zijn gelijke niet kent en alle betrokken stakeholders zitten op één lijn. In 2019 schreef toenmalig minister Wiebes ons nog enthousiast: ‘Ik bezie de mogelijkheden om deze constructieve vorm van lokale samenwerking (in Harlingen, red.) ook elders in het land toe te (laten) passen.’ En nu, vier jaar later, weigert het rijk de gerealiseerde nulmetingen als bewijs te erkennen. Dat het rijk onze breed gedragen metingen niet omarmt is voor ons onbegrijpelijk. Wij zien geen andere oplossing meer dan schades zelf te gaan regelen, dus buiten het rijk en de Commissie Mijnbouwschade om. Samen met Frisia Zout gaan we dit jaar een eigen toetsingskader ontwikkelen voor vergoeding van schade door zoutwinning, gebaseerd op onze eigen metingen. Op grond daarvan kunnen inwoners straks rechtstreeks bij Frisia terecht.”

Omgekeerde bewijslast

Langhout heeft er vertrouwen in dat er nog in dit kalenderjaar een door alle partijen gedragen toetsingskader zal worden gerealiseerd. “In 2019 is het ook gelukt tot een samenwerkingsovereenkomst te komen, daar hebben alle partijen toen hun nek voor uitgestoken. Het onderling vertrouwen is sindsdien alleen maar gegroeid. In onze eerste verkennende gesprekken over een toetsingskader stelden we vast dat je nooit 100% zekerheid over de oorzaak van schade krijgt. Hoe ga je daar dan mee om? Het tekent ons proces dat Frisia toen zei: ‘Eigenlijk moeten we dan toe naar een vorm van omgekeerde bewijslast.’ Hoe we dat technisch-wetenschappelijk uitwerken staat nog te bezien, maar de grondgedachte is dat je als mijnbouwer accepteert dat bepaalde schade door de zoutwinning is of kan zijn ontstaan. Frisia heeft op voorhand al toegezegd op grond van het eigen, Harlinger toetsingskader dan alle schade te vergoeden. Met zo’n grondhouding moet het lukken eruit te komen.”

|Doorsturen

Buienradar



Agenda