Opmerking over ‘leksteken’ haalt trauma naar boven – Harlinger slaat “hele grote man” tegen de grond
LEEUWARDEN/HARLINGEN – Het waren een paar klappen met grote gevolgen, die een 35-jarige Harlinger in de nacht van 18 maart vorig jaar uitdeelde in een horecagelegenheid in zijn woonplaats. Op de zitting van de politierechter vertelde de Harlinger dat hij werd getriggerd door een opmerking van het slachtoffer.
Voor de Harlinger een paar rake tikken uitdeelde, kreeg zijn partner van het latere slachtoffer een keiharde klap op de billen. “Wat doe je nou?”, vroeg de Harlinger verbijsterd. De daaropvolgende opmerking maakte veel los. De andere man zei iets over dat hij de verdachte “lek” zou steken. Dat bracht een bijzonder onplezierige herinnering naar boven van een beroving die de verdachte had meegemaakt op vakantie in Kaapverdië.
Toen werd hem, in het bijzijn van zijn gezin, een mes op de keel gezet. Dat was een ervaring die een diep trauma heeft achtergelaten. “Ik dacht, dat laat ik me niet nog een keer gebeuren”, zei de Harlinger op de zitting. Hij haalde uit en sloeg de andere man en paar keer hard in het gezicht. Hij schrok zelf van zijn reactie. Daar kwam nog bij dat het slachtoffer, volgens de rechter “een hele grote man”, voorover op zijn gezicht op de grond viel.
De Harlinger was zelf ook verbaasd dat een paar klappen zo hard konden aankomen. Achteraf was de ongelukkige val van het slachtoffer enigszins te verklaren. “Hij had anderhalf krat bier op”, had de rechter in het dossier gelezen. De Harlinger had meteen de volgende dag moeite gedaan om achter de identiteit van het slachtoffer te komen. “Ik heb gelijk gezegd, ik wil alles vergoeden. Dit had nooit zo moeten gaan.”
Het letsel was aanzienlijk. Het slachtoffer liep een scheurwond op de bovenlip en bij de neus op en twee tanden zaten los. Ook had de man een hersenschudding. Net als de officier van justitie vond advocate Jessica Versluis dat er juridisch gezien geen sprake was van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Haar cliënt had “in een opwelling” gehandeld, vond Versluis.
Beide juristen waren het erover eens dat een ‘eenvoudige’ mishandeling bewezen kon worden. De rechter dacht er net zo over. Overeenkomstig de eis van de officier werd de Harlinger veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur. Hij moet een schadevergoeding van bijna 5400 euro aan het slachtoffer betalen, plus 2500 euro smartengeld. Er wordt nog steeds gewerkt aan de reconstructie van het gebit. Een door de advocate voorgestelde boete van 750 euro vond de rechter “te licht”.
