Nieuws

DE DESERTEUR (9) door Marten Blom

9. de witte trui

Een paar weken geleden werd de redactie gebeld door Reinder Politiek. Reinder Politiek weet veel over (de geschiedenis van) onze omgeving. Hij schrift daar ook wel eens over en we hebben meerdere artikelen van hem in de HC gehad. Hij belde dus want hij had mijn stukjes gelezen en hij kent twee mensen die in de oorlog in Pingjum woonden, en één van die mensen heeft gezien dat iemand in Pingjum een graf moest graven. Het toeval wil dat hij ook Reinder heet, Reinder Huisman. Ik belde hem op en als ik goed geluisterd heb, is dit wat hij vertelde:

Hij kwam vanuit een bunker om melk te halen bij boer Wijnstra. Hij haalde regelmatig melk voor zichzelf en de andere Duitse jongens daar. Hij moest naar Rusland en dat wilde hij niet. Hij vroeg eind ’44 aan boer Wijnstra of hij mocht onderduiken. Dat mocht. Maar daar werd natuurlijk niet over gesproken. Reinder Huisman was toen 12 en de Duitser, die hij niet bij naam kende, was een jaar of 19, 20. De Duitser zat ondergedoken bij de boerderij van Roel en Tryntje Wijnstra en hun drie kinderen. Roel Wijnstra vond de jonge Duitser gewoon prima.

Eind ’43 zaten er ook Duitsers in de school en die draaiden muziek. Reinder vond ze gewoon aardig, kinderen kijken nu eenmaal anders naar de wereld. Dit waren geen Nazi’s, ze moesten gewoon voor hun nummer opkomen. Zij hadden ook een draailicht, een soort kleine Brandaris. Het was in feite een afleidingsmanoeuvre voor de Engelse vliegeniers. In december 1943 vertrokken die Duitsers weer uit de school.

Tryntje had gezegd dat hij nog even had moeten blijven, even wachten tot de Canadezen weer vertrokken waren. Maar hij wilde zo graag naar huis. Zijn ouders woonden net over de grens. Toen hij het dorp in ging, liep hij recht in de armen van de Canadezen. Hij had de witte trui aan die Tryntje voor hem had gebreid. Daar was de jongen van Posthuma, die sprak een beetje Engels en probeerde uit te leggen dat de Duitser geen spion was. Want hij sprak geen Engels en geen Nederlands. Maar de Canadese officier was niet te vermurwen: de Duitser moest dood. Hij moest zijn eigen graf graven, maar dat kon hij niet. Tegenover de kerk, achter het steegje waar de fietsenmaker zat, op de hoek van het weiland, hebben ze hem doodgeschoten. Het was gewoon moord, vond Reinder. Ze hoorden de schoten en moesten huilen; ze hebben de Duitser neergeschoten. In juli/ augustus 1948 hebben ze hem weer opgegraven. Hij lag op een vuilstortplaats met nog meer Duitsers. Boer Wijnstra ging er heen om hem aan te wijzen. Hij had een witte trui aan, zei Tryn. Daar konden ze hem door herkennen. Ze hebben hem toen weer naar Duitsland gebracht. Reinder weet nog goed dat het juli/ augustus 1948 was, omdat de auto met de lichamen in de loods werd gezet toen die net af was. Ze zijn de volgende dag naar Duitsland vertrokken.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda