Zaterdag 12 oktober was het zover. Na dertien jaren niet geroeid te hebben mocht ik mijn eerste wedstrijd weer roeien. En niet zo maar één, want de Amsterdamse grachtenrace van maar liefst 25,5 kilometer wordt vaak samen met de HT (Harlingen-Terschelling roeirace) in één adem genoemd.
Voelt als thuiskomen
Als 16-jarig meisje werd mijn interesse voor roeien gewekt. Mijn vader roeide al zo lang als ik me kon herinneren en toen ik door de dames van de Onvervaard werd gevraagd of ik met hun mee zou willen roeien hoefde ik hier niet lang over na te denken. Vier mooie jaren volgden, alle wedstrijden zijn zo'n beetje de revue wel gepasseerd. Het toppunt was de HT van 2010, toen we als dames de tweede prijs mochten ontvangen. In 2012 nam ik met pijn in mijn hart afscheid van het roeien, omdat ik voor langere tijd naar Curaçao toe ging.
Sinds juni 2023 woon ik weer in Harlingen. Het kriebelde al een poosje weer om het roeien weer op te pakken, maar vanwege mijn zwangerschap heeft dat nog even op zich laten wachten. Toen onze zoon 4 maanden oud zag ik een oproepje van roeisloep de Vuurzee voorbijkomen, ze zochten roeisters. Ik zei tegen mijn man; “Vind je het goed dat ik weer ga roeien?” Dit betekent twee keer per week trainen en zo nu en dan een wedstrijd op de zaterdag. Zijn steun heeft me dat laatste zetje gegeven.
Gezonde spanning
Wat keek ik uit naar deze wedstrijd. De Amsterdamse grachtenrace is altijd één van mijn favoriete roeiwedstrijden geweest. De prachtige Amsterdamse grachten als het decor van deze wedstrijd en de jubelende toeristen die ons vanaf de wal of vanuit de rondvaartboten fotograferen. Maar ook de strijd wie als eerste sloep onder de brug door mag, de opstoppingen vanwege de smalle grachtjes, het gevloek en getier vanwege de botsingen met elkaar. Klinkt gezellig toch? Gezonde spanning had zich opgebouwd voor de wedstrijd. Sinds september ben ik begonnen met trainen en ik vroeg me af of dit voldoende zou zijn voor een wedstrijd van dit formaat. Daar kon ik natuurlijk maar op een manier achter komen.
Eigenwijze voetensteun
Om 11.09 uur klonk ons startschot. Daar gingen we. Mijn valkuil is om meteen alles te willen geven. “Niet meteen te hard willen Rilana, je moet je kracht doseren”, dacht ik bij mezelf. Na 100 meter ging het mis; mijn voetensteun vloog naar achteren! Chips, en nu dan?! In eerste instantie probeerde ik het met de iets langere afstand tussen het bankje en mijn voetensteun te doen, maar na nog eens 100 meter vloog hij nog verder naar achteren. Flink balen natuurlijk. Ik heb mijn riem omhoog gedaan en heb mijn voetensteun weer op zijn plek gezet in de hoop dat hij nu wel zou blijven staan. Gelukkig ging dit de rest van de wedstrijd goed.
De man met de hamer
De eerste helft van de wedstrijd ging lekker, we hadden de slag mooi te pakken en we zaten lekker in de wedstrijd. We kwamen op dat moment van het IJ af en gingen richting de grachten. Hier begon het ‘leuke’ stuk van de wedstijd. We zaten meteen al vast met onze riemen in de riemen van een andere sloep net na één van de eerste smalle bruggetjes. Vlak daarna volgende een opstopping, er was een ware wachtrij ontstaan om door een bruggetje heen te kunnen. Wij kwamen klem te zitten tegen de kant en het kostte ons moeite om weer los te komen. Dit mocht de pret niet bederven, we gingen vol goede moed verder. Ik zat nog steeds lekker in de wedstrijd en vroeg mij af wanneer ik de man met de hamer tegen zou komen. Een blik op mijn horloge deed me ervan overtuigen dat we bijna de finish zouden naderen. Maar niets bleek minder waar. We moesten nog 6 à 7 kilometer! Dat was even een domper. Ik hoorde onze invalster naast mij ook vol verbazing “Nog zoveel?!?” zeggen.
Bloed, zweet en blaren
Ik voelde dat mijn lijf steeds meer ging protesteren. Het sloop er langzaam in, eerst mijn benen, toen mijn rug, de ellebogen en polsen en bij het verplaatsen van mijn handen werd me duidelijk dat er een pijnlijke blaar op mijn handpalm zat. Nog niet te spreken over de schaafwond op mijn billen. Waarom vond ik dit ook alweer leuk? De laatste 2,5 kilometers leken er wel 20. Gesteun, gekreun en innerlijk gevloek, het moest echt uit mijn tenen komen (bedankt voetensteun!). Wat een ontlading toen we eindelijk de finish hadden bereikt.
Trots op het team van de Vuurzee! We zijn helaas niet in de prijzen gevallen, maar de geweldige ervaring neemt niemand ons meer af.