In de ruim twee jaar dat Anne Frank in het Achterhuis zat ondergedoken begon de natuur en haar verlangen naar vrijheid een steeds grotere rol te spelen. Vanuit het niet geblindeerde zolderraam kon Anne de lucht, de vogels en de kastanjeboom zien. In haar dagboek schrijft ze drie keer over de boom, de laatste keer op 13 mei 1944. Voor haar was de boom een teken van de vrijheid waar ze van droomde.
De kastanjeboom, een witte paardenkastanje, stond in de binnentuin van perceel Keizersgracht 188 en was een van de oudste kastanjebomen in Amsterdam. Toen in 2005 bekend werd dat de boom ernstig ziek was, heeft de Anne Frank Stichting met toestemming van de eigenaar, kastanjes laten rapen en laten opkweken om te kunnen schenken aan andere locaties. Inmiddels hebben veel Anne Frank Scholen in heel Europa een boompje gekregen, evenals andere organisaties wereldwijd.
Zieke paarden
Hans de Jong (beleidsambtenaar groenvoorzieningen) vertelde de leerlingen over het opkweken van de kastanjeboom. De boom die nu in Harlingen staat, is ongeveer tien jaar oud. Ook de naam ‘paardenkastanje’ kwam aan bod: de kastanjes van deze boom werden vroeger gebruikt om zieke paarden beter te maken.
De boom werd verankerd door wethouder Hendrik Sijtsma en Fred van Vliet. Beide ouders van Van Vliet zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog in Auschwitz vermoord. Fred wordt met behulp van het Amsterdamse studentenverzet door verzetsstrijder Iet van Dijk naar Friesland gesmokkeld. Daar zal hij opgroeien bij Marten en Helene van Vliet. Als hij elf jaar oud is, komt hij er achter dat hij Joods is en eigenlijk Alfred Schachner heet.
Van Vliet was 33 jaar leraar op rsg Simon Vestdijk en hij geeft gastlessen op scholen, waarin hij zijn verhaal vertelt. Ook de Anne Frankboom moet het verhaal van de jodenvervolging levend houden en doorgegeven aan toekomstige generaties.
Samenleving
“Helaas is dat verhaal voor steeds meer mensen in onze samenleving een echo uit een te ver verleden geworden”, zei burgemeester Ina Sjerps. “Het wordt niet gekend of zelfs ontkend. Door deze boom te planten hopen we het verhaal levend te houden. Dat voorbijgangers stil zullen staan op deze plek en zich realiseren hoe relevant de boodschap eigenlijk is en waar het ons voor waarschuwt.”
Wethouder Hendrik Sijtsma maakte een vergelijking tussen de boom en de samenleving. “We zijn allemaal geworteld en verbonden met Harlingen. De stam is onze samenleving. We kunnen en mogen gelukkig allemaal verschillend zijn. We vormen een samenleving waar we heel verschillende opvattingen kunnen hebben maar voor elkaar opkomen als het nodig is. Netals bij een grote volgroeide boom waar je onder kunt schuilen of bij warm weer schaduw van kunt hebben.”
Keus
De locatie van de boom, waar het Harmenspark, de Rozengrachtbrug en de rotonde samenkomen, is zorgvuldig gekozen. Het past bij de aanwezige monumenten in het park, zoals het oorlogsmonument Sint-Joris en de Draak (1950) en de bloemengroep ter nagedachtenis aan de 152 Harlingers die omkwamen tijdens de oorlog.
Sjerps zei dat de boom niet voor niets op een tweesprong staat: die herinnert eraan dat we als mens een keus hebben welk pad we kiezen. Een pad van uitsluiting en haat, of een pad van openheid, tolerantie en respect voor ieder mens. “De boom zal blad en kastanjes krijgen, verkleuren en weer kaal worden. En al die seizoenen zal hij ons eraan herinneren dat we een keus hebben om het goede te doen.”