Dat was op 6 maart van dit jaar. In de voorafgaande maanden zou de Harlinger in elk geval drie elektrische fietsen hebben geheeld. In eerste instantie was hij gedagvaard voor de zitting van de politierechter voor het stelen van de fietsen. De officier van justitie en de rechter concludeerden dat ze de Harlinger niet aan de diefstal konden linken.
De verdachte beweerde dat het om oude rijwielen ging die hij bij het grofvuil had gevonden. “Een ongeloofwaardig verhaal”, vond de rechter. Hoe de accu van de lokfiets op zijn fiets was beland, kon de man niet uitleggen. “Ik weet niet hoe die accu in mijn fiets is gekomen”, zei hij. Het was allemaal net wat té toevallig vond de rechter.
Vanaf het moment dat het gps-signaal aangaf dat de accu in beweging was - en dus niet meer op de lokfiets zat - tot het moment dat de Harlinger werd aangehouden, zat precies twintig minuten. Daar zat zo weinig tijd tussen dat de verdachte wel degene moest zijn geweest die de accu had gestolen, stelde de rechter vast.
De Harlinger stond samen met een 46-jarige stadgenote terecht. Ook zij werd verdacht van heling; de gestolen rijwielen werden aangetroffen in en rond haar woning. Een van de fietsen stond zelfs in haar woonkamer. De vrouw zou van niks hebben geweten. Dat de fietsen in haar huis, haar tuin en in haar schuur stonden had ze, zoals ze het zelf verwoordde, “niet meegekregen”. “Ik was niet thuis”, aldus de Harlingse.
De vrouw werd vrijgesproken van de heling van de fietsen, ze werd wel veroordeeld voor een winkeldiefstal. Op 12 februari had ze bij de kringloopwinkel van Omrin kleding en schoenen gestolen. De vrouw verklaarde dat ze geen geld had. Ze werd kreeg een werkstraf van acht uur.
Omdat ze twee dagen in voorarrest heeft vastgezeten, moest er twee uur per dag worden afgetrokken van de werkstraf. De vrouw hoeft dus maar vier uren te werken. De andere verdachte werd veroordeeld tot zes weken cel. De Harlinger heeft een strafblad van acht pagina’s, hij maakte zich vaker schuldig aan diefstallen en inbraken. De vrouwelijke verdachte zei over de relatie tot de medeverdachte, dat ze bevriend waren. “Maar het is niet meer zoals het was.”