Spekjesfabriek in de startblokken

Meer dan de helft van het totale complex van Astra Faam is tijdens de brand verwoest. De brand is ontstaan in de spiraaldroger, die gebruikt wordt om de spekjes te drogen. Wat het eerst gemist werd na de brand waren de nutsvoorzieningen. “Het is zo vanzelfsprekend dat je de beschikking hebt over gas, water en licht, dat je raar staat te kijken dat je dat ineens niet hebt,” vertelt Jan Walstra “Ook de kleine dingen, als een schroef en een schroevendraaier, die we nodig hadden om een noodklok op te hangen, waren niet meer voor handen. Onderdelen voor de machines, die opgeslagen lagen in het magazijn van de technische dienst, wat volledig uitbrandde. Dan pas realiseer je je wat je allemaal moet missen. En ook wat een moeite het zal gaan kosten om bijvoorbeeld een dergelijk technisch magazijn weer op te bouwen, want welke onderdelen zijn handig om op voorraad te hebben? Dit zal in de toekomst dan ook ongewenste stilstand tot gevolg hebben, daar ontkom je niet aan.”

Dat het bedrijf de nodige miljoenen moet investeren in de opbouw is duidelijk. “Alleen de aanleg van gas, water en licht heeft ons al meer dan een miljoen gekost. Gelukkig komt het met de verzekering allemaal wel voor elkaar,” vertelt Jan Walstra “Het bouwen van de nieuwe hallen is te overzien, maar als je ziet hoeveel de nieuwe machines moeten kosten, daar schrok ik wel van.” Inmiddels is een bouwbedrijf begonnen met de bouw van een nieuwe hal en vanaf volgende week heeft het bedrijf weer beschikking over twee productiebanen. “Wat heel zuur is, is dat we in 2006 ongeveer 5 miljoen euro geïnvesteerd hebben in de automatisering van het bedrijf. Hierdoor konden we veel besparen op personeel en konden we efficiënter produceren. Deze investering hadden we vlak voor de brand terugverdiend en we konden dus gaan profiteren. Maar toen kwam de brand en moesten we weer helemaal opnieuw beginnen.”
“In februari hebben we een audit aangevraagd, en om daaraan te kunnen deelnemen, moet je eerst drie maanden gedraaid hebben,” aldus Jan Walstra “En die audit is noodzakelijk, omdat we als bedrijf aan bepaalde eisen moeten en willen voldoen, en klanten aan de hand van die audit wel of niet gaan inkopen.” Jan Walstra: “Normaal gesproken zouden we de productie pas weer op kunnen pakken rond maart/ april, maar omdat het sloopbedrijf, de toeleveranciers van machines en de bouwbedrijven adequaat handelen, is het mogelijk om volgende week te starten. En ook de gemeente verdient een pluim. Rogier Jungen, bedrijvencontactfunctionaris bij de gemeente, heeft ervoor gezorgd dat de procedures zowel vlot als correct verliepen, waardoor we snel met de opbouw van het bedrijf konden beginnen.” Ook de ‘buur-bedrijven’ van Astra Faam hebben hun hulp en steun verleend, waarvoor zij inmiddels bedankt zijn met een bloemetje en gebak.

Naast de geplande audit, voelt het bedrijf een grote klantdruk om weer te starten met de productie. De klanten van het bedrijf zitten voornamelijk in Europa en zij willen snel weer Frisia spekjes verkopen. “Door het verpakken van spekjes van concollega’s hebben we toch aan een deel van onze klanten kunnen leveren, maar de meeste klanten hebben een tijdje met lege schappen gestaan en die moeten zo snel mogelijk weer vol liggen. De brand heeft Astra Faam verschillende klanten gekost. Wat mij erg op- en tegelijk ook tegengevallen is, is het begrip dat klanten hebben voor de situatie. De eerste twee dagen hebben ze medelijden, maar de derde dag vragen ze waar de spekjes blijven en heb je een claim liggen.” Het zal het bedrijf veel moeite kosten om zijn oude marktaandeel weer terug te verdienen. Jan Walstra verwacht dat het bedrijf eerst een diep dal door moet, voordat de zaken er weer wat rooskleuriger voor staan. Hij hoopt dat het bedrijf met zijn sterke punten als innovatie, kwaliteit en levering het wint van de concurrent.

Ondanks de grote schade die het bedrijf door de brand lijdt, is Jan Walstra nog altijd blij dat de brand geen mensenlevens heeft gekost. “Dat verlies was ondragelijk geweest.” De directeur is erg blij met het personeel, dat heel flexibel met de gebeurtenis omgaat. “We hebben met z’n allen de troep na de brand opgeruimd. Hiervoor werd er soms in drie ploegendienst gewerkt en niemand die daar moeilijk over deed. We hebben veel met elkaar gepraat en hebben elkaar gesteund. Wisselend hebben telkens zeven mensen in de fabriek in Breda geholpen. Een kijkje in een andere keuken, wat heel leerzaam was.”
Het bedrijf start binnenkort eerst met proefdraaien op één baan, voor de brand had Astra Faam vijf banen in gebruik. Omdat de banen moderner zijn dan de oude en goed afgesteld moeten worden, wordt er eerst proefgedraaid. Veel van het werk zal weer met de hand gedaan moeten worden, terwijl dit voor de brand geautomatiseerd was. Er zijn dus meer mensen nodig, wat weer extra kosten met zich meebrengt. En dat terwijl het bedrijf eerst nog niet op het oude productieniveau zit. Het bedrijf met zijn 62 medewerkers gaat een moeilijke tijd tegemoet. “We moeten hard werken om weer daar te komen waar we waren en daar zal de nodige tijd overheen gaan,” aldus Jan Walstra.