Nieuws

Column DAT TREFT - Paul McCartney-placemat

Door Jeroen Pietersma
Morgen ga ik hospiteren. Het is mijn eerste keer en ik vind het nogal wat. Wie solliciteert en wordt afgewezen, mist capaciteiten. Wie hospiteert en wordt afgewezen, mist leukheid. Dat is confronterend.

Maar die kamer in Utrecht komt me niet aanwaaien, dus ik zal flink zijn. Flink en leuk. Om pijnlijke stiltes te voorkomen heb ik alvast een lijstje opgesteld met aandachtspunten. Ik mag bijvoorbeeld niet zeggen dat mijn vader bij McDonald’s werkt of dat ik van adel ben. Zoiets komt altijd uit. Ik mag geen rode driekwartbroek dragen in combinatie met een blauw T-shirt met kikkerprint en glimmende voetbalschoenen (in de eerste klas voor het laatst en toen kon het ook al niet). Als ze vragen of ik kan koken, mag ik niet knikken. Ik mag niet met rode wijn op de witte bank knoeien en als me iets wordt aangeboden mag ik niet zeggen dat ik het - ‘in welk riool koken jullie’ - niet lekker vind. Mochten de bewoners luxaflex hebben, dan mag ik deze niet van het raam trekken (op de kamer van mijn zusje is dit me niet gelukt, dus deze heb ik gemarkeerd). Ik mag mezelf niet per ongeluk voorstellen met een naam die niet de mijne is (Hoi ik ben Okkeltje). Ik mag niet krijsen dat ik de Beatles he-le-maal te wauw vind wanneer er posters van de Rolling Stones aan de muur prijken. Als er Paul McCartney-placemats liggen, is elk woord over Mick Jagger er één te veel. Ik mag niet voorstellen om een wekelijkse punnikavond te organiseren. Als er katten zijn, mag ik daar niet op gaan staan. Wat ik wel mag doen morgen, weet ik niet. Dat zien we dan wel weer.

Tamara

Naschrift: De lijst was erg nuttig; ik heb de kamer.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda