Column DAT TREFT - Christiania
Twee uren lang zochten we naar een plek die zo verdomd dichtbij was en we raakten redelijk ver heen. Dorstig waren we. En verdwaald. En zielig. ‘Kom terug’, sms’te het ouderlijk gezag. Het ouderlijk geduld was na drie uren zo goed als op. ‘We zijn er nog niet eens’, stuurden we terug. Dat was dan jammer, vond het gezag. En toen, we verplaatsten ons inmiddels kruipend met onze tongen uit de mond, zagen we ze. Mannen met baarden. Mannen met baarden op een boomstam. Nu waren we warm. “Nederlands?” gokte de bruine baard. Dacht hij al. Blond en zo. Wat we van Kopenhagen vonden. Geweldig, vonden we. En Christiania, hoe vonden we dat? Dat vonden we niet. Nergens. Nou moe. Het was niet ver, zei de man met de grijze baard. Vijf minuutjes lopen. Met handgebaren en zonder tanden legde hij het uit. Park uit en bij het grijze gebouw linksaf. Voor de zekerheid zei hij het nog drie keer. Leuk en aardig, maar eigenlijk moesten we gaan. “You can’t visit Copenhagen without going to Christiania”, sprak Bruinbaard bemoederend. De spijker op zijn kop. De vrijheidswijk missen omdat je van je ouders naar huis moet. Van de zotte. “Vijf minuten, grijze gebouw linksaf”, schreeuwde Grijsbaard nog maar eens. Drie minuten deden we erover. Drie minuten en toen werden we ondergedompeld in vrijheid. “No photo, no photo!”, schreeuwden boze mannen zonder baard ons toe. No photo. Links van het Green Light District stond het in verfletters op een bord. Hadden we heel onbewust misschien ook best zien staan. Maar ik wilde mannen met ingevlochten sikjes filmen. En Yoko Ono’s. En hippiebusjes. Misschien kocht ik er - meis doe ’ns gek - wel één. Teleurgesteld en in mijn vrijheden beknot stopte ik de camera in mijn tas. Kom, we moesten maar weer eens op huis aan. Christiania. Luister nooit naar mannen met baarden.
Tamara
Uw reactie