Nieuws

Column DAT TREFT - Blaaspingpong

Door Jeroen Pietersma
Tien was ik, maar ik herinner het me nog feilloos. We frisbeeden met een pannendeksel - dat mag als je een waterscout bent - en Gerdien gooide het ding per ongeluk in de sloot. En dat mag dus niet, bij waterscouting. Onze begeleider boos. Op mij, want Gerdien zei dat ik het had gedaan.

Ik janken. Dat deed ik heel vaak daar. Op het jaarlijkse kamp, toen Frits tijdens een sprintwedstrijd sneller rende dan ik. En met de sinterklaasviering, toen ik een afwasborstel en een eendenhaarband kreeg. “Tamara houdt niet van paardrijden, maar dit vindt ze vast wel wat”, stond er in het gedicht. Afzender: anoniem. Thuis kwamen de tranen. Ik was lid geworden omdat mijn toenmalige verkering erbij zat, maar verder boterde het niet zo tussen scouting en mij. Hand in hand het Pinkie-pinkie-lied zingen, mwoah. Nee. Leuk was anders. We deden als waterscouts ook betrekkelijk weinig met water. Eén keer hebben we gezeild. De rest van het jaar schuurden we boten en speelden we blaaspingpong. Of we gingen chatten met Gambianen. Met de vier Engelse woorden die ik kende waren dat bijzondere gesprekken. Oh, schepen vérven. Mochten we ook. De bedoeling was dat onze begeleider meehielp, maar omdat ik vaker mijn haar kleurde dan boten en hij de verf uit mijn lokken moest wassen, bleef daar niet veel tijd voor over. Op de momenten dat ik niet knoeide hing ik met een mondkap op m’n voorhoofd uit het raam, omdat ik - jong en onwetend - dacht dat het kapje niet luchtdoorlatend was. Nog jaren nadien vroeg ik me af wie mij die afwasborstel gegeven had op vijf december. Nu begint het te dagen. Sorry meneer van de scoutingclub. Als ik een boot moet schuren mag je me bellen. Ik heb wat in te halen. Mondkapjes durf ik inmiddels op. Die poeplelijke eendenhaarband helaas nog steeds niet, dus die krijg je van me terug.

Tamara

|Doorsturen

Buienradar



Agenda