356 miljoen kilo kokkels aangetroffen
Op basis van deze jaarlijkse monitoring wordt bepaald hoeveel kokkels de handkokkelaars verantwoord kunnen opvissen zodat er voldoende voedsel voor de schelpdier-etende vogels wordt op de wadplaten behouden blijft. Het deel dat ‘geoogst’ mag worden is vastgesteld op een maximum van 2,5 procent van de oogstbare hoeveelheid (dat zijn de gebieden met meer dan 50 kokkels per m2). IMARES concludeert dat de goede broedval van 2011 ervoor zorgt dat er de komende jaren voldoende voedsel is voor vogels die afhankelijk zijn van de schelpdieren om de winter door te komen (zoals de scholekster). Voor de kokkelvisserij betekent het bevisbare bestand in 2012 dermate hoog is dat de handkokkelaars bij inzet van maximale capaciteit slechts een fractie van het toegestane quotum kunnen opvissen.
Uw reactie