Nieuws

Zo’n verhaal van Marten Blom: Talent chips

Talent chips

‘Ma!’ riep Erik vanaf de voordeur naar zijn moeder, die boven de was stond op te vouwen.                

‘Ja?’ zei ze.

‘Ik ga nog ff langs bij de surg, kijken of die nog wat leuke nieuwe talent chips heeft binnengekregen!’ zei Erik.

‘Pas je wel op met die dingen?’ riep zijn moeder. ‘Je hoofd ontploft nog eens!’

Maar haar zoon was alweer de deur uit, terwijl hij haar stem imiteerde: ‘Je hoofd ontploft!’ en toen, met zijn eigen stem: ‘Dat kán niet eens, mens - alles gaat gewoon naar de cloud!’ Ondertussen liep hij naar binnen bij de chips-surg, waar rijen en rijen van speciale talenten en vaardigheden opgeslagen lagen in net zoveel rijen van talent-chips, het product waar het allemaal om draaide in deze business. Wil je écht kunnen tekenen als Leonardo da Vinci? Of de trompet spelen als Miles Davis? Deze week afgeprijsd: talent-chips van Seya, Dave Grohl en Gaudi! rolde er over het scherm bij de ingang.

Erik voelde afwezig aan zijn implantaat, dat achter zijn linkeroor was aangebracht. In de cilinder zat al een stevige verzameling, maar de meeste chips waren beperkt tot 1 à 2 kunstwerken of liedjes. Hoewel de keuze nu nog vrij beperkt was (en de prijs nog vrij hoog) waren veel mensen toch nog afdoende onder de indruk als je spontaan een stuk van Pavarotti bracht. Of Kurt Cobain. Katie Perry. Wat het ook goed deed op feestjes en partijen, was het binnen 10 minuten vervaardigen van een miniatuur-versie van de Nachtwacht van Rembrandt. Waar het op neer kwam: de medische wereld had de code van het menselijk brein zodanig gekraakt, dat men in elk geval wist waar alle verschillende vermogens van een mens zich in de hersenen bevonden. En wat meer was: de dames en heren doktoren vonden een heel erg accurate methode om die delen van het brein zodanig te sturen dat ze op verbluffende wijze zangpartijen, acteerprestaties en kunstwerken konden reproduceren. Dat had onder meer tot gevolg dat je een verveelde, onderuitgezakte puber een perfecte versie van Eva Peron’s Don’t cry for me Argentina kon zien uitvoeren, zonder dat het haar een druppel zweet kostte.

Naast Erik stond een tamelijk omvangrijk persoon door de talentchips te grutten, zoals men vroeger ook nog wel eens in een platenbak stond te grutten. Erik kon het niet weten, maar deze persoon was vrij vermogend én in het bezit van een werkelijk gigantische chipsverzameling. Chips waren altijd begrensd, dat hield zoveel in dat je er altijd maar één tegelijk kon gebruiken. Dus je kon niet tegelijk Andrea Bocelli zingen en een Jackson Pollock op het doek kwakken. Want dat was niet veilig. De persoon naast Erik had alle begrenzers van zijn schier onbeperkte collectie talentchips verwijderd. Dat maakte hem een geladen wapen. Van het ene moment op het andere sperde hij zijn ogen wijd open en bulderde ‘Barcelona!’ Hij maakte een sublieme pirouette door de lucht en verwijderde gelijktijdig de blindedarm van iemands huisdier. Erik zocht een veilig heenkomen onder de chipsbakken. De dikke man schoot in een feilloze kopie van een Bruce Lee- sprong door de winkel, terwijl hij met zijn tenen een overtuigende eerste schets van de Mona Lisa op een doek kalkte. Hierbij begeleidde hij zichzelf met een perfect gegrunt ‘war for territory’ van Sepultura. En dat gelijktijdig met een uitstekende versie van Johnny Cash’ ‘Ring of Fire’. Op weg naar de uitgang kruipend kwam Erik de Surg tegen. De titel van ‘surgeon’ (Chirurg), in het kort ‘surg’ was wat veel eer voor de slungelige chipsverkoper. Het enige wat hij deed was de implantaten aanbrengen, die verder zelf-installerend werkten in het brein. ‘Is-ie gevaarlijk?’ fluisterde Erik. ‘Ik weet het ook niet,’ zei de surg ademloos, terwijl de dikke man een scène uit ghostbusters naspeelde, waarbij hij de rollen van alle vier de ghostbusters voor zijn rekening nam. Hij had het er maar druk mee. ‘Maar ik wacht het liever niet af!’ De surg kwam uit zijn dekking tevoorschijn om een sprint te trekken langs de voortdurend transformerende man, naar de uitgang. ‘There can be only one!’ brulde de dikke man terwijl hij de surg neersloeg met een flinke tafel. Bij Erik brak het zweet uit. ‘Hij is dus gevaarlijk’, fluisterde hij. De dikke man was onvermoeibaar en speelde op dit moment Robert Duvall na, die de Vietcong bombardeerde met napalm in ‘Apocalypse now’. Zijn permanente voorstelling kwam abrupt tot zijn eind toen hij de touwen vergat bij het naspelen van een beroemde scène uit Mission: Impossible en dertien verdiepingen lager op de stoep uiteenspatte. Politie, brandweer en ziekenwagens kwamen in actie en het zag beneden al gauw zwart van de mensen. Er was nog niemand in de talentchipwinkel en Erik wist niet hoe snel hij moest wegkomen.

Thuis hoorde Eriks moeder hem thuiskomen en riep: ‘Heb je nog wat leuks gevonden?’ ‘Nah’, riep Erik vanuit de badkamer. Hij stond met een schroevendraaier te proberen om zijn implantaat te verwijderen. Hoe hij ook zijn best deed, het lukte niet.

Einde.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda