Nieuws

Zo’n verhaal van Marten Blom: Sirene 8

Sirene 8.

Wat er gebeurde in Sirene 7: Karlijn verliest haar interesse in de raad als er geen toeristen meer worden ontvoerd en de raad bovendien in een zangclubje veranderd. Ondertussen is Sirene Owi Funur met haar – letterlijk - slijmerige vrienden naar de Caribische zee gesommeerd door een machtige onderzeese entiteit, genaamd ‘de Eenheid’. Karlijns broer, die duikinstructeur op Bonaire is, moet met lede ogen aanzien hoe deze eenheid twee van zijn cursisten ontvoerd.

‘Ik trek dit niet meer’, stond er op Karlijns Whatsapp. Het was een bericht van Eric de Visser, haar broer op Bonaire. ‘Hoewel ik niet meer onder verdenking sta en iedereen zegt dat ik er niks aan kon doen, blijft het aan me knagen. Ze stonden pal voor me, verdomme.’

‘Je kon er ook niks aan doen’, appte ze terug. ‘Kan je weer aan de slag? Misschien is dat de snelste manier om dit te verwerken?’

‘Zij waren mijn verantwoordelijkheid dus nee ik ga niet duiken ennik weetniet o ikdat ooit nog gadoen!’

Aan de spelfouten kon Karlijn duidelijk zien dat Eric overstuur was. ‘Wat wil je nu doen?’ vroeg ze. Ze las: Eric is aan het typen. Het duurde even en Karlijn zuchtte vermoeid. Nou dát weer! Toen kwam er weer tekst: ‘Of ik nou aan de slag wil of niet, ik moet eerst met een psycholoog praten, zegt mijn baas. De lul! Aangezien er op heel Bonaire - Divers Paradise! - geen psycholoog te vinden is, moet ik wel naar Nederland komen. Kan ik bij jou crashen? Ik weet echt niet hoe lang, sorry.’

Karlijn, die al spijt kreeg van haar eerdere ongeduld, rammelde met duimen en wijsvingers: ‘Natuurlijk! Je kan zo lang blijven als je wil, dan wordt die logeerkamer ook eens gebruikt. Wanneer kom je?’ Hij tikte terug: ‘Laat ik ff weten als het zover is. Bedankt en tot gauw dan, zus!’

‘Tot gauw’, typte ze, ‘en wees eens een keer niet zo streng op jezelf-je kon er écht niks aan doen.’ Er kwam geen bericht meer uit Bonaire terug. Karlijn stopte het mobieltje weer in haar binnenzak.

Owi Funur bevond zich in de voorste gelederen van de eenheid, die met een razende snelheid de Atlantische Oceaan overstak. Ze wist niet of ze zich machtig moest voelen dat zij en haar gelijken hier deel van uit maakten of dat ze zich om dezelfde reden nederig moest voelen. Behalve uit sirenen bestond de eenheid uit iedere soort van zeeleven die je maar kon aantreffen op een tocht onder de golven van Puerto Rico tot Vlieland. Haaien en dolfijnen cirkelden om elkaar heen als verre familieleden die elkaar na jaren weer gevonden hadden. Portugese oorlogsschepen en zeeslangen hielden de enorme school van zeeleven in bedwang. Tonijn, barracuda’s… een schier eindeloze stroom trok voorbij, dan weer de vorm aannemend van een octopus, dan weer die van een walvis of een sirene... er zwommen wezens tussen rond die geen mens ooit aanschouwd had.

Owi vroeg zich niet voor het eerst af wát het dan was, dat wat ontwaakt was door het bombardement bij Vlieland. We kunnen er niet tegen ingaan, dacht ze. Het is groter en ouder dan ons. En ik heb nog nooit iets ontmoet wat zo’n macht uitoefent over al het zeeleven. Ze keek opzij, waar haar zuster Zarasa pijlsnel met haar mee schoot, als een dolfijn in en uit de golven. Zarasa kwam dichterbij, haar wenkbrauwen vragend optrekkend: ‘Wat is er, zus? We gaan ze ervan langs geven, bevalt je dat niet?’ Owi gaf niet direct antwoord, maar blikte over haar schouder, waar ze door de glinstering van plankton de aanwezigheid van de eenheid vermoedde. Ze dempte haar gedachten, schermde ze af zoals je je stem zou dempen in een bibliotheek.

Ik weet niet waar we in terecht zijn gekomen, dacht ze. Zijn we in oorlog met de mensen? Als het aan mij lag, waren we alleen maar bezig met het zeevolk weer groter te maken. Het pact met de eilanders zorgde ervoor dat dat op een stille, onopvallende manier gebeurde. Niet zoals vroeger, toen de mensen op ons jaagden en we verbrand werden. Haar zuster had een nadenkende frons op haar gezicht. De schitteringen op de onderkant van de golven hadden vrij spel op haar sierlijke gelaatstrekken.

‘Ik geef toe dat ik uit was op wraak’, zei Zarasa. ‘Revanche voor die rotzooi die ze op ons gooiden, die arrogantie van die stupide mensen. Dat ze het pact verbraken!’ Maar dat soort infantiele wraaklust is toch niks voor óns? dacht Owi. Dat is mensenwerk! En wat beweegt deze eenheid eigenlijk?                                                                                                                           De eenheid heeft ons gebruikt, dacht Zarasa. Dit... ding waar we deel van uit maken heeft ons revanche voor onze neus gehouden. Maar volgens mij wil het alleen maar meer, meer. Ja, dacht Owi, er hoeft niet eens iets ingevuld te worden achter dat meer... ‘Het is blind. Maar machtig’, zei haar zus. ‘En wij zitten er middenin!’

Wordt vervolgd.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda