Nieuws

Zo’n verhaal van Marten Blom: Moord op de pier. Deel 3.

Moord op de pier. Deel 3.

Wat er gebeurde in deel 2: Het mysterie omtrent Bella’s dood werd voor inspecteur Baard complexer naarmate er meer tijd verstreek sinds hij een fatsoenlijke kop koffie had gekregen. Nadat hij een bijzonder gesprek had met kapper Johan Hagen en een fietsende getuige waarvan hij de naam niet genoteerd had, waren er aanwijzingen dat Ubbo wellicht meer over de moord wist.

Baard wist alles van het sneeuwbaleffect dat nieuws kon hebben op de Harlinger tamtam. Zo was er alleen een hond genaamd Bella dood, keurig verslaggegeven door de Harlinger Courant. Maar dan trok de eerste Harlinger zijn mond open. Bella was geen hond, maar een wiefke en in de volgende versie was dat niet één wiefke, maar een aantal en vervolgens ging het hek van de dam en sprak iedereen over een seriemoordenaar die de Zuiderpier afstroopte, op zoek naar slachtoffers. Baards Fiat was klein genoeg om tussen de paaltjes op het fietspad door te rijden, dus dat deed hij ook, om in een nijdige bocht voor Ubbo’s voeten tot stilstand te komen. Baard perste zich met de snelheid van een boa constrictor uit zijn voertuig en richtte zich tot zijn volle lengte op.

‘Wie heeft de pers toegelaten op de plaats delict?’ Geen enkele reactie. Het enige wat te horen was, was het geklak en geflits van Ubbo’s camera terwijl hij de dode hazewindhond vanuit iedere denkbare hoek fotografeerde. Wiebe van Dijk, die - voor Baard volslagen onduidelijke redenen - ook aanwezig was, vond het tijd voor een bijdrage: ‘Die hond is wel echt mors- en morsdood, zeg. Was dat gat in sien kop niet genoeg, dat ze besloten om er ook nog ’n paar keer overheen te rieden?’

‘’t Is ’n hazewindhond, Wiebe!’ riep Ubbo, alsof Wiebe stokdoof was. ‘Die sien d’r nou eenmaal su uut!’

‘Oh, sa… ’t Is alsof ze ‘t arme beest hewwe laten leeglopen’, zei Wiebe beteuterd. ‘Als iedereen is uitgesproken…’ hervatte inspecteur Baard. ‘Dan gaan jullie, Wiebe en Ubbo, mee naar het bureau.’

‘Wat salle we nou krije?’ zei Wiebe.

Ubbo zei: ‘Daar hef ik helemaal geen tied voor seun!’

‘Nou, dan maak je maar tijd!’ riep Baard, nu nijdig. ‘Want jij, Wiebe, zit met een speer op je schoot op je scootmobiel...’

‘Oh ja, dat wuu ik nog segge’, zei Wiebe.

‘...op een plaats delict!’ ging Baard onverstoorbaar verder. ‘En jij, Ubbo, hebt het bloed van het slachtoffer nog aan je fietsstuur hangen!’ Alle blikken richtten zich nu tegelijk op Ubbo’s fietsstuur. Op de plek waar ooit een handvat gezeten moest hebben, glansde nu koud staal. De scherpe rand van het stuur droop van het bloed. ‘Oké, Ubbo, jij gaat bij mij achterin de auto!’ riep Baard.

‘En mien fiets dan?’ tierde Ubbo. ‘Ik gaan nergens heen zonder mien fiets!’

‘Die... eh... bind ik wel op het dak vast!’ zei Baard.

‘Nou’, zei Wiebe, ‘ast van plan bist om mij oek in dat koekblik op wielen te hijsen, vergeet ’t dan maar! Ik kom mien scootmobiel niet af!’

‘Jij je zin, Wiebe!’ zei Baard humeurig. ‘Kom jij maar op je scootding. En vergeet die speer niet mee te nemen!’ Ik zal hier niet beschrijven hoe de optocht naar het politiebureau er uit zag. Maar het was bijzonder, neem dat van mij aan.

De volgende dag, vrijdag, was inspecteur Baard nog geen steek verder. De Harlinger Courant lag met de voorpagina omhoog op zijn bureau. Wie vermoordde Bella?! Politie tast volledig in het duister! kopte de krant dramatisch, waaronder een close-upfoto van de wel heel erg dode hazewindhond. Baard zuchtte. Het ergste was nog dat het gewoon waar was. Hij tastte volledig in het duister. Om wat helderheid in zijn hoofd te krijgen, typte de inspecteur alles even op een rijtje in zijn laptop.

Verdachte 1. Johan Hagen.

Eerst was er dat verhaal geweest van de kapper die shoarma wilde maken van de hond. Forensisch onderzoek had uitgewezen dat er weliswaar bloedresten waren aangetroffen op de plastic schaar, ​maar dat die afkomstig waren van de bovenkant van een kinderoor. En bij een kapper viel dat op zijn ergst onder bedrijfsongevallen, niet moord. Verdachte 1 valt af, typte Baard.

Verdachte 2. Ubbo Posthuma.

Dan was daar Ubbo geweest, met zijn bebloede stuur. Wat even een doorbraak leek in het onderzoek veranderde al gauw in een anticlimax toen de schapenboer, die zijn schapen liet grazen op de dijk, een geval van dierenmishandeling op het bureau kwam melden. Het bleek al gauw dat Ubbo, geconfronteerd met een mist die zo ondoordringbaar was als een betonnen muur, letterlijk op zijn schreden was teruggekeerd om niet van de pier af te mieteren. Toen hij zo achterstevoren van de pier af aan het gaan was, had hij wel iets gevoeld waar hij met zijn stuur tegenaan kwam, maar had er verder geen aandacht aan geschonken. Het betreffende schaap overigens ook niet, dus viel die dierenmishandeling ook wel mee. Wederom bracht forensisch onderzoek duidelijkheid: het ging hier om schapenbloed en geen hondenbloed. Verdachte 2 valt af, typte Baard zuchtend.

Verdachte 3. Wiebe van Dijk.

De laatste strohalm in het onderzoek was de speer die Wiebe had gevonden achter het muurtje op de pier. Op Baards vraag waarom een heel forensisch onderzoekteam niet kon vinden wat Wiebe in één armbeweging vanuit zijn scootmobiel achter het muurtje vandaan had gevist, kreeg hij te horen dat er niemand had gezegd dat ze naar een speer moesten zoeken. Een heel ander mysterie werd met de vondst van de speer wel opgelost: het jeugdige speerwerptalent Brandon Hatsema had een week tevoren vanaf het oefenterrein achter de nabijgelegen Waddenhal zijn speer zó ver geworpen, dat het niet meer te vinden was. Tot nu toe, dus. Ook hier bracht het forensisch team uitsluitsel: de speer vertoonde geen bloedresten, of het nu om een hond, een schaap of een mens ging. Verdachte 3 valt ook al af, typte Baard gefrustreerd.

Net toen de inspecteur aanstalten maakte om uit pure frustratie zijn hoofd op het bureau te slaan, ging de telefoon. ‘Bella lééft!’ schetterde het door de telefoon.

Tot zover deel 3 - lees volgende week deel 4.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda