Nieuws

Zo’n verhaal van Marten Blom: Griezelverhaal

Griezelverhaal.

Het was traditie. Aan het eind van elk jaar vertelde Erik een griezelverhaal aan zijn vrouw en zoon. Van tevoren waren Sylvia en Jeroen er danig opgewonden over. Chips en andere lekkernijen werden tevoorschijn getoverd en zoon en vrouw waren al druk aan het speculeren waarover het zou gaan. ‘Zombies!’ zei Jeroen ademloos. Met zijn tien jaren aan levenservaring vond Jeroen zombies wel het engste en tegelijk het grappigste wat hij kon verzinnen.

‘Nee’, zei zijn vader. ‘Zombies zijn zó cliché.’ Hij keek de kamer rond en zei: ‘Hebben we alles? Iedereen aan de chips en cola? Dan beg... oh nee, ik begin nog niet, want ik moet nog even iets heel anders vertellen, dit hoort niet bij het verhaal, hoor!’

‘Was er nog iets wat je moest vertellen?’ zei zijn vrouw verwonderd, toen bezorgd: ‘Iets belangrijks?’

‘Nou, of het belangrijk was, laat ik aan jullie over’, zei Erik. ‘Ik vond het nogal onrustbarend, maar misschien vergis ik me, dat wil ik nou juist aan jullie vragen.’ Sylvia en Jeroen struikelden verbaal over elkaar om helderheid te verkrijgen. Sylvia zei: ’Wat bedoel je nou? Hebben we een brief van de belastingdienst binnengekregen?’ Jeroen keek verward en zei: ‘Hoort dit nou bij het verhaal of niet?’ Erik schoot, ondanks zichzelf, in de lach en antwoordde: ‘Nee, schat, er is geen brief van de belastingdienst binnen, althans niet voor zover ik weet - dat zou inderdaad behoorlijk schrikbarend zijn, moet ik toegeven.’ Maar meteen daarna werd hij weer serieus en zei: ‘En nee, Jeroen, dit hoort niet bij het verhaal - ik wilde gewoon even checken of jullie het ook gemerkt hadden.’

‘Wát gemerkt?’ zei Sylvia, met nu een frons op haar voorhoofd. ‘Nou, gewoon, die geluiden’, zei Erik. Hij zag Jeroen bleek wegtrekken. Sylvia zei indringend: ‘Wat voor gelui... waar héb je het over, schat?!’

‘Luister,’ zei Erik, ‘als ik de stemming verpest, dan spijt me dat, maar ik moét dit echt even kwijt. Ik dacht ook dat jullie ervan wisten!’ Hij hief bezwerend zijn handen op en zei: ‘Nu moeten jullie echt even stil blijven en luisteren, want dan kan ik het vanaf het begin vertellen.’

‘Ben je nu tóch wel een verhaal aan het vertellen?’ zei Jeroen, half lachend. ‘Kan ik beginnen?’ zei Erik. ‘Altijd om half drie ’s nachts hoor je een metalig geluid, ja?’ Sylvia knikte. Jeroen zei niks. Die werd ’s nachts nooit wakker. ‘De laatste maanden hoor ik ook geklop,’ vervolgde Erik. ‘Weten jullie nog dat de vloer open lag, tijdens de verbouwing?’ Nu knikten Sylvia en Jeroen allebei. ‘Peter was daaronder bezig, toen,’ zei Erik. ‘Hij vertelde dat als je door dat luik, daar onder de bank, naar beneden gaat, dan is dat eerste stuk heel ondiep, echt een kruipruimte. Maar hij vertelde me dat een eindje verderop, ongeveer hier...’ Erik stampte op de houten vloer ‘…een trap naar beneden gaat. Ik ben er ook eens wezen kijken. Het was echt heel maf. Als je die trap helemaal afging, kwam je bij een soort stenen bak. Peter zei dat daar vroeger een kerel in lag. Allemaal onzin, natuurlijk. Maar één keer kwam Peter maar niet toen ik hem riep voor de koffie. Ik wist niet waar hij was, totdat ik gemompel van onder de vloer hoorde. Eén stem klonk als die van Peter, maar ik hoorde ook iemand anders. Ik weet niet wie. In elk geval kwam Peter een hele tijd later pas weer naar boven. Hij was zo bleek als een laken...’  Erik keek voor het eerst sinds hij het verhaal begonnen was, zijn zoon aan. Ook die was bleek. Doodsbang was hij. Erik schrok ervan.

‘Hé, het is maar een verhaal, hoor! Echt! Ik wist niet dat je er zó van zou schrikken, jongen, sorry!’ Sylvia zei: ‘Laten we maar gauw stoppen met dit verhaal. Het is allemaal een beetje te dicht bij huis!’ Ze probeerden de sfeer er weer in te brengen, maar het wou niet echt meer lukken die avond. En ook niet op andere avonden. Alle drie hoorden ze nu het geklop onder de vloer. Geschuifel. Gemompel in een taal die niemand meer kende. En op een nacht moest Erik weten wat daar nu was. Hij trok het luik open. Daalde de trap af met niets anders dan het licht van zijn mobiele telefoontje. Zijn vrouw en kind smeekten hem niet te gaan… De volgende ochtend was er niemand meer in het huis om te vertellen wat er was gebeurd.

Einde.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda