Nieuws

Zo’n stukje van Marten Blom

President Ego

Iets wat je misschien nog niet wist over parkinson: je gaat er heel levendig van dromen. Dat geldt niet voor alle parkies; wij zijn onderling nogal verschillend qua verschijnselen. In elk geval was het vannacht goed raak. Op zeker moment had ik het gevoel dat ik elk uur wel een keer wakker werd uit een droom. Als ik niet uit mezelf wakker werd, wekte mijn vrouw me wel, want ik lag te woelen en te praten alsof ik een eenmansfeestje was.

In mijn droom was ik presidentskandidaat. Niet voor de Verenigde Staten, maar kennelijk voor een land ter grootte en ten tijde van mijn middelbare schooljaren. Ik kan me herinneren dat alles één grote grap was. Dat ik aanhangers had was een grap (Wie stemde er nou op míj?) en tegelijk waren mijn opponenten ook één grote grap.

Gek genoeg was ik in mijn droom ook Jong en Flamboyant, iets wat ik nu toch al heel lang niet meer ben, als ik dat al ooit was. Hikkend van de lach zei ik tegen Trump (die blijkbaar ook in de race was): ‘Maar dat doé je toch ook niet, Donald! Wat gênant, man!’  Waarop ik tegen een andere opponent zei dat het toch lachen was als we gewoon tegen de muren opliepen. Terwijl zij het eigenlijk helemaal niet met me eens hoorde te zijn, was mijn lollige humeur blijkbaar zo aanstekelijk dat ze, huilend van de slappe lach, precies dat ging doen. Waarop bleek dat tegen muren oplopen in mijn droom als een grof schandaal werd beschouwd, en derhalve had ze zichzelf onderuitgehaald waardoor ik als enige gegadigde voor het presidentschap overbleef. En dat laatste riep bij mij en mijn aanhang weer nieuwe golven van schaterend gelach op, want ik was helemaal niet van plán om president te worden!

Ik werd vanzelfsprekend wat jolig wakker en ik verbaasde me over de herinnering aan het grenzeloze zelfvertrouwen van mijn puberversie in die droom. Misschien was het niet zozeer dat ik mijzelf zo hoog inschatte als tiener en twintiger, maar was het eerder dat ik op die leeftijd er zo diep van overtuigd was dat alles en iedereen om me heen volslagen achterlijk was. Ik was dat gevoel helemaal vergeten. Maar door die sarcastische bril moet ik het leven bekeken hebben, zo van 17 tot 27 jaar. Pas daarna moet die in mijn ogen achterlijke wereld zich woest naar me omgedraaid hebben om me in de daaropvolgende jaren wat stevige lessen in nederigheid te leren.

Aangezien ik het eerder in dit stukje ook al over hem had, haal ik hem nog eens voor het voetlicht: Trump. Die grenzeloze zelfoverschatting van het eigen persoontje en de nog grenzelozere minachting voor de rest van de wereld heeft Donald Trump klaarblijkelijk nooit verloren. Daar zit hij dan, hoe oud nu? 74 jaar alweer, en nu pas is hij gedwongen om de strijd te voeren die hoort bij het verlaten van het ouderlijk huis. Let wel: gedwóngen. Want de schoppen van het leven die veel mensen onderweg wat nederigheid en een wat breder perspectief bijbrengen, gaan bij deze man niet werken. Misschien een goed eerste puntje op de agenda voor zijn volgende leven, als er zoiets bestaat.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda