Nieuws

Zo’n stukje van Marten Blom

Covid-Communicatie

‘Woedeworfen!’ zeg ik door mijn mondkapje tegen de dames in bakkerij Elsinga. ‘Gwoedewormen’, zeggen zij enthousiast terug, want de geluidsvervorming van hun transparante mondmaskers klinkt weer nét even anders. De plastic centenbakjes die hun mond en kaken bedekken hebben als voordeel dat ze er klantvriendelijk doorheen kunnen glimlachen. Een nadeel, vinden ze zelf, is dat het plastic gauw beslaat. En wat mij opvalt is dat de halfronde bakjes hun kaken nogal accentueren, waardoor hun vriendelijke glimlach een pitbull-achtig accent meekrijgt. Een beetje zoals in de jaren tachtig film ‘Gremlins’, waarin het absoluut verboden was om de gelijknamige schattige diertjes aan fel licht bloot te stellen, nat te laten worden of te eten te geven na middernacht. Maar dit terzijde. Een van de dames trekt mijn aandacht door vijf vingers op te steken en te zeggen: ‘Wijf?’ Na een minimale aarzeling reageer ik met: ‘O wa, werfect! Wijf walfjes vruin wraav, ja!’ Terwijl de dame die mij helpt het vijfde halfje bruin in een zak doet, vraagt haar collega: ‘Waf die ook nog voor hem?’ Waarop ik eruit flap: ‘Moeft-ie die oof nof webben?’ De dame die mij helpt draait haar hoofd zó dat ze me beter kan horen. ‘Forry’, zegt ze. ‘If fon je niet ferfstaan. Fie mafkerf fmaken het foch nof onferfsaanbaar.’ Ik heb spijt van mijn compleet onbelangrijke opmerking. Het ging zó goed. En kijk nu, wat een chaos. De twee dames staan geconcentreerd voorover geleund naar me te luisteren. Dus ik voel me verplicht door te zetten: ‘If maafte een frapje’, zeg ik. ‘Uw follefa fei: ‘if die oof nof foor hem?’ Duf faarom fei ik… achf, fet if nief felangrijk. Flang ferhaal.’ ‘Fet befodded fe fommunifafie nief eft, hè?’ zegt er één. ‘Kan je fmooi fweer een ftukje over swijven’, zegt de ander enthousiast. En zó gezegd, zo gedaan. Nu de rest van deze pagina nog.

Vandaag maakte ik voor het eerst gebruik van de vervoersregeling die mij beschikbaar is gesteld vanwege mijn Parkinson. Ik zei tegen mijn zoon: ‘Jongen, er zijn twee mogelijkheden. Óf ik stap zo direct achterin een zwarte auto, net als een minister, óf ik ga in zo’n wit busje met allemaal andere mensen. Zo’n busje waar ook allerlei stijgbeugels, handvatten en laadplatforms ingebouwd zijn. Het werd de tweede optie. Niet dat ik daar mijn neus voor ophaal, overigens. Ik kan mijn voeten niet goed meer op de trappers van mijn fiets houden en voor autorijden is mijn reactievermogen te traag op dit moment. Dus alles wat mij van a naar b kan brengen is welkom. Op de terugweg mocht ik trouwens wel achterin zo’n zwarte auto. Een dikke laag plastic, vastgeplakt met ducttape, scheidde mij van de chauffeur. De combinatie van mondmaskers en plastic zorgde voor een nog gebrekkiger soort communicatie dan ik hierboven al beschreef. Toch konden we het over tenminste één ding eens worden: Donald moet weg. Nu, om kwart voor vier op vrijdagmiddag, is de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen nóg niet binnen.

Zondag, 8 november: Joe Biden is de nieuwe president van de VS. Dat zorgt ervoor dat ik de komende jaren elke dag, of die nu goed of slecht is geweest, tegen mijzelf kan zeggen: ‘Dit was in elk geval wéér een dag zonder Trump!’ Wat een opluchting.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda