Nieuws

Zo’n stukje van Marten Blom

Telefoon

Veel mensen van mijn generatie en (nog) ouder, hoor ik vaak klagen over ‘die apparaten’. Dat kan ik voor een groot deel goed begrijpen. Een kind (maar een volwassene net zo goed), dat langer dan een uur op een telefoon heeft zitten pielen, is vaak niet te pruimen. De wereld in dat schermpje lijkt dan zo eindeloos veel beter, dat je het gevoel krijgt dat je je kind terug naar het leven haalt, nadat het heeft geproefd van de hemel. Zoals die eekhoorn in de film ‘Ice Age’, die eindelijk in de hemel een gouden eikel in handen krijgt en dan weer terug wordt gesleurd naar het gewone leven. Het enige verschil is dat onze kinderen ons een eikel vinden als we ze weer op aarde brengen. Ik zeg niet dat ik die kinderen helemaal niet begrijp. Een aantal jaren geleden was ik een boek aan het schrijven op de laptop. Later ging ik ‘boektrailers’ maken, ter promotie van datzelfde boek. Ik kan niet anders zeggen dan dat de tijd anders verloopt als je achter je laptop of telefoon zit. Je vertelt jezelf dat je nog even vijf minuten ergens aan werkt, maar in de praktijk vliegt er gewoon een uur voorbij. Je vergeet te eten of te drinken. En je wordt niet te pruimen. Als mijn zoon kwaad reageert wanneer ik hem zeg dat hij moet stoppen, dan herinner ik hem aan die tijd. Want als hij iets zei tijdens het schrijven, kreeg hij steevast terug: ‘Wachten! Ik moet dit eerst opslaan!’

En dan is er nog het punt waar je kind dan naar kijkt. Persoonlijk vind ik het gros van de ‘youtubers’ ongelooflijke zwamneuzen, die vaak ook nog eens grof gebekt zijn. Kijk, cabaretiers als Waardenberg en De Jong waren ook verre van subtiel, maar die gebruikten die grofheid nog als een manier om te entertainen. Als ik een hoop van die youtubers hoor praten over fokking dit en fokking dat, dan krijg ik meer het gevoel dat ik naar een nieuwslezer met La Tourettesyndroom zit te luisteren. Uitzonderingen daar gelaten, hoor. Zo heb ik hartelijk kunnen lachen om de filmpjes van Dylan Haegens, die ongetwijfeld de laatste tijd ‘te veel mainstream en te braaf’ wordt gevonden nu hij met een bioscoopfilm een groter publiek heeft aangeboord. Maar dit past voor mij nog in de categorie: kwestie van smaak. Waar ik echt niet lekker van word is het spel Grand Theft Auto, ofwel GTA. In een prachtig vormgegeven stad moet je zo gauw mogelijk het portier open rukken van de eerste de beste auto die voor een stoplicht staat te wachten. Sleur de bestuurder uit zijn stoel en schiet, steek of sla hem op straat neer. Spring in je vers gestolen bolide en scheur naar een heler. Daar aangekomen vier je je overwinning met een portie harddrugs en op naar de volgende. Weet je, geweld in een film of spel is één ding. Persoonlijk zit ik te wachten totdat mijn zoon er aan toe is dat ik met hem de Alien-films kan gaan kijken. Ook al spatten in die films de ingewanden tegen het scherm. Na zo’n film denk je niet: ‘Goh, laat ik eens zo’n beestje kweken en die loslaten op mijn klasgenoten!’ En al dacht je van wel, hoe moet je dat doen? Maar GTA is veel laagdrempeliger (is dat een woord?). Het spel zegt: ‘Wat maakt het uit? Help een ander om zeep, je kent hem toch niet!’ en het lijkt allemaal zo levensecht, dat je zou zweren dat het een handleiding is voor je leven in de echte wereld. Minecraft daarentegen, vind ik dan weer een uitermate creatief spel. Er is geen einde aan de prachtige gebouwen, steden en werelden die je kunt bouwen en delen met anderen.

Alles bij elkaar genomen zou ik zeggen dat het ook een kwestie van accepteren is dat dit steeds meer de wereld is waar volgende generaties in gaan leven. Ik kies er liever voor om met mijn zoon mee te kijken naar wat er te bieden is dan om mijn kop in het zand te steken.

 

|Doorsturen

Buienradar



Agenda