Rechter haalt streep door Harlinger reclamebelasting
HARLINGEN – Waarom zou een ondernemer met een klein winkeltje net zoveel reclamebelasting betalen als een filiaal van een groot winkelbedrijf? Een ondernemer stapte met dat vraagstuk naar de rechtbank. De gemeente Harlingen leverde geen stukken voor een onderbouwing, waarop de rechter de belastingaanslag naar de prullenmand verwees.
Dat gebeurde pas in hoger beroep. Inzet was de aanslag reclamebelasting voor het jaar 2015, voor een bedrag van € 276. Ondernemers in de binnenstad betalen sinds 2014 reclamebelasting: 276 euro in tariefgebied A en 192 euro in gebied B. Het geld komt in een ondernemersfonds, en wordt beheerd door vereniging ‘Ondernemend Harlingen’, die het geld inzet voor een aantrekkelijke binnenstad.
Volgens de ondernemer die naar de rechtbank stapte, is de reclamebelasting niet fair, aangezien een kleine winkel evenveel moet betalen als een grote. Daarnaast voerde de ondernemer aan dat de indeling van de zones en de verschillende tarieven onredelijk zijn.
De rechter vond een algemeen verweer van de gemeente niet voldoende, en wilde een onderbouwing met stukken: inzicht in onder andere de begroting, de besteding van het geld, een overzicht van activiteiten en het effect in de verschillende zones.
De gemeente meldde op de zitting dat die stukken bestaan, maar heeft ze niet aangeleverd. Dat had de gemeente volgens een wettelijke bepaling wel moeten doen, meldt de rechtbank in het vonnis. Het gevolg was, dat de belastingaanslag in de prullenmand kon, en volgens de rechtbank heeft de betreffende verordening van de gemeente Harlingen geen verbindende kracht.
De gemeente kan nog in beroep bij de Hoge Raad. Ondertussen is de vraag of de uitspraak consequenties heeft. Wethouder Paul Schoute: “Daar studeren we nog op.”
