Nieuws

Parkinson: de gebruiksaanwijzing door Marten Blom

6. Psychose.

Aan het eind van die dag dat ik buiten achterstevoren op een stoel had gezeten, begon het. Ik kwam al gauw met mijn vrouw overeen dat we de neuroloog moesten bellen. Ik was alvast begonnen met het niet innemen van medicijnen. Fout! Door van het ene op het andere moment te stoppen met je medicijnen, kun je juist nog een psychose krijgen. Wist ik veel.

We maakten een afspraak met de neuroloog. Besloten werd dat ik enkele weken opgenomen zou worden op ‘Punt voor Parkinson’, een centrum voor parkinsonpatiënten waar ik volgens een strak weekschema sportrevalidatie, gesprekken met een maatschappelijk werker en een psycholoog zou krijgen. Zoú krijgen, want we moesten enkele dagen (en nachten) wachten tot er weer een plek vrij was. In die tijd klommen er allerlei mensen over de daken die foto’s van ons maakten terwijl we lagen te slapen. Die kwam ik dan later weer tegen in de Jumbo (de mensen, niet de foto’s).

De medicijnen hadden me ook overbeweeglijk gemaakt. Wat voor beweging ik ook maakte, ik maakte hem te snel, of te overdreven, het was in elk geval ontzettend vermoeiend. Ik maande mijn vrouw en kind aan om zacht te praten, want je wist nooit wie er meeluisterde. De kleine geluidjes die gemaakt worden door duiven, meeuwen en katten op het dak waren in mijn beleving mensen die over het dak klommen en gepraat en gelach door buren verderop ging allemaal over mij. Het is best alweer een tijdje terug, maar als ik iets zeg als: ‘Ik hoorde vanmiddag de buurman kuchen’, dan kan mijn vrouw nog steeds automatisch reageren met: ‘Zo’n kuch betekent niks, Mart. En het heeft zéker niks met jou te maken.’ Dan moet ik geduldig zeggen: ‘Dat dacht ik ook niet, ik hoorde hem gewoon kuchen en ik denk niet dat dat iets met mij te maken heeft.’

Het verblijf op die afdeling in Punt voor Parkinson was nogal een ervaring. Op mijn vraag waarom we het zonovergoten balkon bij de keuken niet op mochten, werd er gereageerd met: ‘Ik zal het voor je navragen, ik denk dat dat wel bijna weer kan.’ Bleek later dat een vriendelijk oud dametje enkele dagen voor mijn komst, onder het slaken van de meest ijselijke taal, gedreigd had zich van dat balkon te gooien.

Wat mij al snel opviel op de afdeling, was het tempo. Parkies gaan langzaam of ze gaan snel. Eén patiënt was ongelooflijk langzaam, met zijn rollator, met zijn spraak en met het smeren van zijn brood. Als hij een mop vertelde, moest je doodstil zijn en rustig tien minuten wachten tot hij uitgesproken was. Er was een dame die aan het begin van de dag net zo langzaam was, maar halverwege de dag van versnelling veranderde. Zij liep ook met een rollator, maar na de lunch gebruikte ze die meer als sneeuwschuif om vol gas een pad te banen naar de lift. Lekker relaxed een sigaretje roken beneden.

Dat opmerkelijke verschil in snelheid tussen de ene en de andere Parkie laat zich verklaren door een verschijnsel dat men bandbreedte noemt. Stel je een horizontale lijn voor. Alles wat boven die lijn komt, gaat te snel en alles wat onder die lijn komt gaat te langzaam. Maar gelukkig is die lijn heel breed. Dat betekent dat je aan de bovenkant van de lijn veel medicatie kunt toepassen om iemand wat langzamer te maken en aan de onderkant van de band hetzelfde kunt doen, maar dan om hem wat sneller te maken. Om kort te gaan: Hoe groter de bandbreedte, hoe groter de marge om de medicatie precies in te stellen voor de patiënt. Nu wordt die bandbreedte tijdens het ziekteverloop steeds smaller. De gewenning aan bepaalde medicatie wordt sterker. Dat klinkt goed, maar dat is het niet. Ik stel me voor dat ik een band zie met een ouderwetse liniaal ernaast. Die liniaal loopt van tien naar nul en van nul naar min tien. Ook de millimeters zijn goed te zien. Vervolgens wordt die band, inclusief liniaal, samengedrukt. De millimeters worden vrijwel onzichtbaar en het wordt veel moeilijker om het exacte punt op de band aan te geven waar die het beste effect heeft. Tel daarbij op dat de positie op de bandbreedte gevoeliger en grilliger wordt voor andere factoren, zoals voeding en beweging en dan ga je beter begrijpen waarom persoon A op mijn afdeling me keihard voorbij rende en persoon B als aan de grond genageld leek.

Wordt vervolgd.

|Doorsturen

Buienradar



Agenda