Nieuws

Na 6380 kilometer roeien terug in Harlingen

Scheepstimmerman Simon van der Hoek heeft in ruim 53 dagen, samen met drie andere roeiers, de Atlantische Oceaan overgeroeid. Simon heeft de ziekte van Bechterew - een vorm van ontstekingsreuma - maar dat kon hem niet er niet van weerhouden. Er waren angstige momenten - bijvoorbeeld toen er een grote tanker op de boot af stevende - en de nacht was ook zoiets: “Pikdonker, je ziet niets, ook geen oceaan. Je hoort alleen de golven breken.” En het was vooral een heel zware tocht. “Het is alsof je vier keer per dag de HT Roeirace roeit, en dat 53 dagen lang.”

Simon van der Hoek midden op de Atlantische Oceaan.

Begin april begon Simon (58) samen met een Nederlandse schipper en twee Ieren aan de oversteek, van Portugal naar Frans-Guyana. Eerst zetten ze koers naar de Canarische Eilanden en al snel werd het slecht weer met harde wind en hoge golven. Hij was net een paar dagen onderweg en had zoiets nog nooit meegemaakt. Later wende hij aan die hoge golven. “Maar in het begin was dat best wel angstig.”

De golven tilden het roeibootje op alsof het niets was. De gang zat er wel in met ruim 14 knopen (meer dan 26 kilometer per uur). “Veel te hard voor zo’n klein bootje”, zegt Simon. De roeiboot ging surfend van die hoge golven, kwam dwars op de golven te liggen en opeens lag de boot op zijn kant. Er ging niemand overboord en de boot ging niet op z’n kop. Dat zou overigens ook geen ramp zijn geweest, vertelt Simon, want de roeiers zitten met een gordel en een lijn vast, zoals je dat ook wel bij klimmers ziet. En de roeiboot is ‘zelfrichtend’, dus die komt vanzelf weer overeind, ook al ligt-ie op de kop. “Hij is in principe onzinkbaar”, zegt Simon. “De roeiboot bestaat uit meerdere compartimenten.”

Gastanker

Nadat de storm voorbij was, bleef de wind een spelbreker: tegenwind kracht 3 tot 4. “Daar is niet tegenop te roeien en dan ga je eigenlijk achteruit”, zegt Simon. Er werd toen een zeeanker uitgeworpen. Dit is een soort puntige parachute die de boot door de stroming redelijk op z’n plek houdt, met de boeg in de wind. Het oponthoud zou ongeveer veertig uur duren, en werd door de roeiers benut om klusjes te doen en slaap in te halen.

Het stilliggen werd spannend toen het AIS-volgsysteem waarschuwde voor een vloeibaar gastanker die op de roeiboot afkwam met twintig knopen per uur. De roeiers probeerden contact te krijgen met het 300 meter lange schip, maar er kwam geen reactie. Pas op het laatste moment werd er contact gelegd en paste de tanker zijn koers aan. “Anders was hij zo over ons heen gevaren”, zegt Simon. “We konden niet even snel het zeeanker inhalen. Dat was een angstig moment.”

Toen ze op een avond, het werd al donker, vlakbij Gran Canaria waren, waarachter ze wilden schuilen in de luwte van het eiland voor een volgende storm, kwam er een veerboot op ze af met een snelheid van 30 knopen (ruim vijftig km/u). “Een catamaran zoals die van Doeksen, maar dan twee keer zo groot.” En de stuurautomaat van de roeiboot was uitgevallen. “Ut swit oppe rug”, zegt Simon. Het liep goed af en later werd er contact gelegd met de leverancier van de stuurautomaat. Tijdens een tussenstop op Gran Canaria heeft één van de Ieren met behulp van de laptop van de schipper nieuwe software op de stuurautomaat weten te installeren. Daarna ging de reis verder naar Kaapverdië.

Vijfde roeier

De eerste zes dagen na vertrek van Gran Canaria was het windstil. “Dat was ook niet goed”, zegt Simon. “Je hebt wind en stroming nodig bij het roeien, anders kom je bijna niet vooruit. De boot weegt 1500 kilo en je roeit maar met z’n tweeën.” Ze roeiden in duo’s steeds twee uur, dus per persoon 12 uur roeien per dag. Je kunt zo’n roeitocht niet oefenen, zegt Simon, die zich twee jaar lang heeft voorbereid. Veel fietsen, vaak naar de sportschool en veel wandelen. “Je moet zorgen dat je gezond en fit bent.”

Overigens was het de bedoeling dat er een vijfde roeier mee zou gaan, een Amerikaan, maar die is vlak voor vertrek uit het team gezet. Tijdens een intakegesprek in Portugal met de schipper bleek dat hij zware medicatie nam tegen psychoses, en dat had hij verzwegen. Hij had maar een klein rugzakje bij zich in Portugal en zijn zonnebril deed hij nooit af. Een vreemde indruk maakte hij in de winter al, toen ze kennismaakten via een videoverbinding. Hij zat in de sportschool en zijn muts, zonnebril en mondkapje gingen niet af.

Simon pakt zijn iPhone en laat een foto zien van zijn handen tijdens het roeien: eelt, geweekt tijdens een regenbui midden op de oceaan. “Zo ziet je kont er ook uit”, grapt hij. “Uitslag, plekken, hou maar op. Je zit alleen maar, want er is geen ruimte om te lopen.”

Dat de roeiers twee uur op/twee uur af roeiden, wilde niet zeggen dat je ook twee uur kon slapen, vertelt Simon. “Je moest je schoonmaken met medische alcohol en insmeren met Sudocrem.” Er waren klusjes, en er moest natuurlijk ook gegeten worden. Ze hadden 1200 maaltijden bij zich; gedroogd eten. Daarnaast heel veel Marsen, Snickers en energy bars.

Watermaker

Met een elektrische ‘watermaker’ werd oceaanwater omgezet in zoetwater. Toen door een storing de accu’s niet meer werden opgeladen door de drie zonnepanelen, moesten de roeiers overschakelen op een handmatige watermaker. Tot overmaat van ramp viel het filter er af toen de slang werd binnengehaald. Simon had toen een MacGyver-moment: van een buisje voor vitamine C-tabletten maakte hij een filter, met behulp van touw, duct tape en een ‘babydoekje’. “Dat werkte perfect.”

Toen er zoveel mogelijk apparatuur uit moest om stroom die nog in de accu’s zat te besparen, was Simon zijn Google Maps kwijt en had hij geen idee waar hij was. De AIS ging uit en iedere twintig minuten moest één van de roeiers opstaan en rondkijken, of er schepen in de buurt waren. Die waren er overigens niet. Simon kijkt wel eens op MarineTraffic, een app die schepen op de oceaan vertoont. “Dat lijkt de Kalverstraat wel, maar we zagen op de oceaan helemaal niks.” Wel zag Simon schildpadden, allerlei dolfijnen en grienden.

De laatste twee dagen heeft Simon niet meer geroeid. Hij had geen last van de reuma in zijn heup, maar pijn in zijn spieren. “Ik kon eigenlijk niet eens op bed liggen”, zegt Simon. “Ik piep niet gauw, maar ik had zoveel pijn dat ik er niet van kon slapen.” Toen hij niet meer kon roeien, maakte hij zich zo nuttig mogelijk aan boord, door bijvoorbeeld eten klaar te maken. De laatste dag heeft er niemand meer geroeid; er was zoveel stroming, dat ze met 6,5 knopen naar Frans-Guyana dreven. Ze moesten nog een eind een rivier op roeien en daar was een klein welkomstcomité, met vuurwerk en bier en wijn. Toen Simon in het hotel onder de douche stond, moest hij zich de eerste dagen goed vasthouden, anders zou hij omvallen. Hij werd in een rolstoel naar het vliegtuig gereden en het heeft bijna twee weken geduurd voordat z’n benen weer goed werkten.

Rammstein

De eerste twee weken thuis heeft Simon gebruikt om te herstellen. Langzaam pakt hij de draad weer op. Hij is vorige week naar een concert van Rammstein geweest en de opdrachtgevers beginnen weer te bellen. Hij moet ook weer aan het werk, want zijn avontuur heeft hem een lieve cent gekost. Simon wilde met zijn roeitocht geld ophalen voor onderzoek naar ziekte van Bechterew, maar dat is niet gelukt. De trip kostte 15.000 euro en hij heeft meer dan 10.000 euro zelf moeten betalen. En in de tijd die hij niet kon werken, heeft hij als zzp’er ook nog inkomsten misgelopen.

Achteraf gezien had hij meer aan marketing moeten doen. Hij zag dat vier mannen volgend jaar van New York naar Rotterdam gaan roeien, en zij hebben nu al ongeveer anderhalve ton opgehaald voor een goed doel.

Maar Simon heeft het gedaan! En hij is een ervaring rijker die niet voor velen is weggelegd; je moet stevig in je schoenen staan. Want na weken werd het zwaar. “Ik hoorde vijf dagen lang elke dag dat we nog twaalf dagen moesten. Dan ga je helemaal stuk. Ik dacht: wat doe ik hier eigenlijk? Alles was warm en vochtig. Ik zat er helemaal doorheen. De schipper had er geen last van; hij deed het voor de elfde keer. Maar voor mij en de Ieren was het allemaal nieuw. We mochten af en toe naar huis bellen en dat zijn de momenten dat het mis gaat. Dan breek je echt. Dat heb ik de laatste weken meerdere keren gehad. Dan weet je: je hebt het niet voor het zeggen op die oceaan.”

|Doorsturen

Buienradar



Agenda