Minister moet haast maken met vergunningprocedure tweede zoutboring onder Waddenzee
HARLINGEN - Frisia Zout had de boortoren als besteld voor november. Maar het Ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft niet op tijd een besluit genomen over de vergunningaanvraag voor een boring voor een zoutwinningsput. Het ministerie wilde, vanwege het gevoelige en omstreden onderwerp, eerst in gesprek met “de regio”. De rechtbank in Groningen heeft echter besloten dat dit gesprek niet afgewacht hoeft te worden en volgende week moet er een ontwerpbesluit ter inzage gelegd worden.
Frisia Zout mag op vier plekken onder de Waddenzee zout winnen. Voor elke locatie moet Frisia een vergunning aanvragen. Zoutwinning uit de eerste put is, na problemen bij de boringen, in 2020 gestart. In september 2023 heeft Frisia Zout een vergunning aangevraagd voor een diepboring voor een nieuwe zoutwinningsput in de Havenmond te Harlingen.
Het Ministerie van Klimaat en Groene Groei had uiterlijk 1 maart 2024 een besluit moeten nemen, maar heeft dat nagelaten. Eind maart 2024 heeft Frisia het ministerie in gebreke gesteld. Afgelopen woensdag stonden beide partijen tegenover elkaar in Rechtbank Noord-Nederland te Groningen.
Het ministerie verzocht in de rechtszaal om extra tijd: omdat zoutwinning onder het Wad een gevoelig en omstreden onderwerp is, wil (nieuwe) minister Sophie Hermans het besluit goed afstemmen met “de regio”. Hiervoor staat een gesprek gepland op maandag 26 augustus aanstaande. Afstemming met de regio is volgens de minister ook in het belang van Frisia, omdat dan sneller tot definitieve besluitvorming kan worden gekomen.
In de uitspraak van de rechtbank wordt niet duidelijk wie “de regio” is. De Stichting Bescherming Historisch Harlingen was eerder in gesprek met het ministerie, maar de stichting weet niets van een gesprek en was niet op de hoogte van de rechtszaak. De redactie van de HC heeft gemeente Harlingen vanmorgen gevraagd of zij 26 augustus gesprekspartner van het ministerie is en zodra er een antwoord is, wordt dat hier vermeld. UPDATE: minister Sophie Hermans bezoekt maandag 26 augustus de provincie.
Frisia bracht in de rechtszaak naar voren dat haast geboden is en dat er sprake is van een groot financieel belang, aangezien er voor november een boortoren is besteld. Met het afzeggen zijn hoge kosten gemoeid. Verder bracht Frisia naar voren dat er al een concept van het ontwerpbesluit is opgesteld en dat dit gereed is om ter inzage te leggen.
Volgens de rechter was het gesprek met “de regio” onvoldoende reden om het ministerie meer tijd te geven: organisaties hadden al een advies kunnen uitbrengen en bovendien kunnen ze nog een zienswijze indienen tegen het ontwerpbesluit. De rechter heeft bepaald dat het ministerie uiterlijk aanstaande donderdag een ontwerpbesluit ter inzage legt; uiterlijk 17 oktober moet de minister een besluit nemen.
Vanwege de forse termijnoverschrijding en de financiële belangen heeft de rechter een dwangsom opgelegd: voor elke dag dat het ministerie te laat is, moet het 250 euro betalen, met een maximum van € 15.000. (Frisia Zout verzocht om een dwangsom van € 10.000 per dag, met een maximum van € 150.000.)