Dagboek van de Rebelse Huisvrouw
Regelmatig heeft de Rebelse Huisvrouw een denkbeeldig gesprekje met haar overleden moeder en die gesprekjes gaan ongeveer als volgt:
‘Dag kindje. Hoe is het ermee?’
‘Dag mam! Dat gaat allemaal heus wel goed. Hoe is het met jou?’
‘Goed hoor pop. Wat zijn de laatste nieuwtjes aan die kant?’
‘Nou, eens kijken. Je weet het van tante Miep hè?’
‘Ja, tante Miep heb ik hier al gezien. Ik had haar niet zo snel hier verwacht trouwens. Nuver.’
‘Ja, erg vreemd. En verder... eens kijken. Ik ben aan het koken want morgenavond hebben we een etentje. Je kleindochter komt ook, ze neemt een jongen mee waar ze een beetje mee aan het daten is.’
‘O, wat gezellig. Leuke jongen?’
‘Ik weet het niet, ik heb hem nog niet ontmoet.’
‘Spannend. Komt papa ook?’
‘Ja, natuurlijk komt papa ook, wat dacht jij!’
‘Bevalt het papa trouwens een beetje in Harlinga?’
‘Ja, nou en of! Hij vindt het er heel leuk. Jammer hè mam, dat jullie er niet meer samen hebben gewoond. Dat waren de plannen, weet je nog?’
‘Ach ja kindje. Zo gaan die dingen soms. Hoe doet papa dat met z’n eten?’
‘Hij flanst regelmatig zelf wat in elkaar, dat gaat wel goed. Binnenkort gaat hij z’n beroemde vissoep voor ons maken.’
‘Zeg dan tegen hem dat hij er wat extra okers in moet doen, die zijn altijd zo lekker.’
‘Haha, ja, dat zal ik zeggen. Wist je trouwens dat vriendin G. nu officieel gescheiden is?’
‘Nee wel? Och gut. Die arme meid. Dat zat eraan te komen maar toch.’
‘Ja. En wist je dat vriendin M. al in de overgang is? Ze is nog zo jong!’
‘Ja, dat gebeurt wel eens. Ik was ook jong trouwens, toen ik er last van kreeg. En ik maar denken dat het aan de hitte in Suriname lag. Wat ga je verder doen vandaag?’
‘Nou, ik ben dus aan het koken maar ik ga straks nog even naar de Aldi. De nieuwe Aldi heb jij niet meer meegemaakt mam - hij is best mooi geworden. Het is trouwens een hele toer om gootsteenzeefjes te kopen. Ik heb ze bij de Blokker en de Hema gezocht maar die hebben ze niet. Gek hè?’
‘Action?’
‘Die roesten terwijl je ernaar kijkt.’
‘Apart. Gewoon blijven zoeken.’
‘Mam?’
‘Ja kindje?’
‘Hoe is het daar nu?’
‘Waar?’
‘Daar waar je nu bent.’
‘O, dat bedoel je. Hoe zal ik het uitleggen. Nu ik er ben is het net alsof ik altijd geweten heb dat het zo zou zijn. Snap je wat ik bedoel?’
‘Nee.’
‘Dat geeft niet lieverd. Dat is ook wat lastig uit te leggen. Het heeft met tijd te maken. En eindeloosheid. En met begrippen die je niet begrijpt als je er niet geweest bent. Het heeft te maken met iets dat niet te bevatten is.’
‘Is God daar ook?’
‘Voor sommige mensen wel.’
‘Maar heb jij hem al gezien?’
‘Nog niet. Duke Ellington heb ik wel gezien. Fats Waller trouwens ook.’
‘Als je Kennedy tegenkomt, wil je dan eens vragen hoe het nu precies met Marilyn zat?’
‘Dat zal ik doen. Ik moet nu gaan. Niet te veel drinken hè pop! Let je daar een beetje op? Al die Baileys is ongezo...’
‘Ik drink nauwelijks meer Baileys. Tegenwoordig drink ik soms whisky of cognac. Dat is puurder.’
‘Ik weet niet wat erger is. Doe je in elk geval kalm aan?’
‘Jaaaa mam.’
‘En op tijd naar bed blijven gaan hè lieverd? Je kan er niet tegen, tegen slaapgebrek. Dan word je altijd wat huilerig.’
‘Jaaaa mam.’
‘Dag kindje! Zullen we gauw weer eens bellen?’
‘Ja, doen we. Dag lieve mam.’
‘Dag kind. De groeten aan papa hè! Vergeet niet te vertellen van die okertjes!’
‘Ik vergeet het niet. Dag mam. En mam?’
‘Ja kind?’
‘Ik mis je best wel hier.’
‘Hoeft niet. Er komt een dag dat je het allemaal wat beter zal begrijpen.
‘Ok. Daar houd ik je aan. Daag mam!’
‘Dag kind!’
